In navolging van San Francisco, Vancouver, Berlijn en New York heeft Amsterdam sinds 1 december een HIV/AIDS-monument. Het staat aan de oever van het IJ aan de oostelijke kant van het Centraal Station; een plek met een magisch uitzicht over het water. Het werd ’s ochtends ingewijd door burgemeester Eberhard van der Laan en ’s avonds door Dolly – ‘beauty with brains’ – Bellefleur. Op Wereld Aids Dag.

Het monument, ontworpen door de Franse kunstenaar Jean Michel Othoniel, heeft de vorm van een telraam met rode kralen. Het motto is ‘We tellen af tot hiv en aids de wereld uit zijn’. De bedoeling van het monument is hoop en steun geven aan iedereen die met hiv leeft. Maar ook een eerbetoon aan dierbaren die aan aids zijn gestorven, een ode aan de buddy’s en iedereen die helpt om de ziekte te bestrijden. Bovendien is het een hommage aan Amsterdam als tolerant toevluchtsoord voor mensen met hiv die zich in hun eigen stad of land niet langer gewenst of geaccepteerd voelden. Maar het is ook een monument waar je vrolijk van wordt vanwege de speelse uitstraling en de stralend rode kralen.

Het monument moet de aandacht voor aids en hiv levend houden. Op dit moment leven in Nederland circa 22.100 mensen met aids en hiv. Elke week krijgen gemiddeld nog negentien mensen in dit land de diagnose hiv. Daar komt bij dat van de mensen met hiv vijfentwintig procent niet weet dat hij of zij hiv heeft. Eberhard van der Laan hield ’s ochtends, getooid met zijn ambtsketen en een rood lintje, een bevlogen toespraak over het belang van dit monument. Hij deed dit tegenover betrokken Amsterdammers, onder wie Richard Keldoulis. Als zichzelf; niet als dragqueen-alter ego Jennifer Hopelezz. Hij werd, bij het parkeren van zijn fiets, aangesproken door een vriend: “Hé, moet jij je kleren niet aan?”

Verder waren zowel ’s ochtends als ’s avonds Erwin Kokkelkoren en Bert Oele aanwezig; samen de theatermakers Les Enfants Terribles. Zij zijn het levende bewijs dat je tegenwoordig tientallen jaren kunt leven met hiv. Voor Kokkelkoren en Oele sinds 1991. Ze slikken nog altijd drie pillen per dag. s Avonds zong Dolly Bellefleur, begeleid door haar vaste pianist Kees van Zantwijk, de evergreen ‘The Rose’. Geen geringe prestatie in haar rode creatie op de koude avond van Wereld Aids Dag. De rode kralen op het lijfje van haar robe, ontworpen door huiscouturier Tycho Boeker, pasten precies bij het monument. Irene Hemelaar, die net afscheid had genomen als voorzitter van Amsterdam Gay Pride, was ook aanwezig. Zij poseerde met mij voor fotograaf Bob Newmark voor het monument. Dolly poseerde ook met de kunstenaar Jean Michel Othoniel, de maker van het monument. Othoniel, die geen honorarium vroeg voor het kunstwerk, zette onder het ‘telraam’ een bank met uitzicht over het IJ. Deze bank biedt bezoekers ruimte voor bespiegeling en nodigt uit naar de horizon te kijken en te hopen op betere tijden.

Het monument kwam er op inititiatief van de Stichting NamenProject Nederland met hulp van sponsors en vrijwilligers. Op de zesde verdieping van de OBA is nog tot en met 10 februari 2017 de expositie Living by Numbers, een terugblik op 35 jaar hiv/aids (zie: www.ihlia.nl)

Bob Newmark maakte de grote foto met Irene Hemelaar. Martien Sleutjes maakte de andere foto’s hieronder met o.a. Eberhard van der Laan, Dolly Bellefleur en de kunstenaar Jean Michel Othoniel. Meer informatie: www.aidsmonument.nl

20161201-_0105718-72dpi 20161201-_0105728-72dpi 20161201-_0105590-72dpi