Dood aan Zee: een wankel evenwicht

Dood aan Zee

Barrie Stevens met Luuk Haaze op de voorgrond (foto Marcel Otterspeer)

Dood aan Zee is de tweede autobiografische voorstelling van Barrie Stevens (79). De titel van het stuk, geschreven door Jan Eilander en Gerardjan Rijnders (hij regisseerde de voorstelling ook), refereert aan Death in Venice, de roman van Thomas Mann en de filmklassieker van Luchino Visconti. Maar meer nog aan het feit dat acteur, zanger en komiek Leen Jongewaard – ooit de grote liefde van Barrie Stevens – op 4 juni 1996 op vakantie in Ramatuelle bij de Franse stad Nice in z’n eentje een strandwandeling ging maken en overleed. Jongewaard ging aan zee dood aan een hartstilstand.

Feiten en fictie

Ik zit met een aantal dilemma’s, waardoor ik er dagen over heb gedaan om mijn artikel over deze merkwaardige voorstelling af te maken. Merkwaardig, omdat feiten en fictie naar mijn idee hinderlijk door elkaar lopen. In Dood aan Zee speelt Barrie Stevens zichzelf, decennia na de dood van Leen Jongewaard. In het stuk logeert hij in hetzelfde hotel waar Jongewaard in juni 1996 overnachtte, voordat hij overleed. Het merkwaardige is dat in de voorstelling op een bepaald moment de indruk wordt gewekt dat Leen Jongewaard niet overleed aan een hartstilstand tijdens een strandwandeling, maar in dit hotel tijdens een trio met twee jongens. Luuk Haaze – de andere acteur in de voorstelling – zegt meteen: “Dat lieg ik, dat verzin ik ter plekke”. Het is dus fantasie van de schrijvers, maar ik vond het een onnodig kwetsende suggestie over de dood van iemand die ooit zo bekend was. Een wankel evenwicht.

Slordig

Dood aan Zee

Luuk Stevens en Barrie Stevens (foto Marcel Otterspeer)

Wat mij verder stoorde was dat op de affiche en de flyer vermeld staat: ‘script en regie Gerardjan Rijnders’. Maar er zijn twee auteurs: Rijnders en Jan Eilander. Navraag bij de producent Jean-Paul Karting leverde de volgende reactie op: ‘Het stuk is nog steeds geschreven door beide heren. In de credits staan ze ook beiden vermeld.” Ja, in de persmap, maar niet in het voor het publiek bedoelde drukwerk. Gerardjan Rijnders reageerde aldus: “Dat Jan Eilander niet vermeld staat op de nieuwe flyer is een stom en treurig misverstand. Fout van de producent”. Slordig.

Wat ik ook slordig vind, is dat bij de foto van Leen Jongewaard op de affiche en de flyer geen bronvermelding staat. Ik bedoel de foto bovenaan dit artikel: Leen Jongewaard als wit cherubijntje met grote witte engelenvleugels. Opnieuw een reactie van de producent: “De poster / het ontwerp is door Martijn Tilburg gedaan, Is een samengestelde foto van diverse elementen. Was geen bestaand ontwerp maar echt voor deze productie ontworpen.” Merkwaardig…

“U bent toch…?” “Liever niet!”

Dood aan Zee

Barrie Stevens en Luuk Haaze (foto Marcel Otterspeer)

Maar goed, wat vond ik van de voorstelling? Barrie Stevens draagt dit moeilijke stuk over zijn eigen leven mooi en kwetsbaar. Hij speelt de voorstelling met musicalacteur Luuk Haaze in de rol van Sabri, een Marokkaans-Nederlandse stagiaire in het hotel. Stevens stort zijn hart uit bij Sabri. Hij wil met hem de as van zijn grote liefde uitstrooien in zee en daarna een einde aan zijn leven maken.

De jeugdige, aantrekkelijke Sabri herkent Barrie Stevens: U bent toch….” Stevens: “Liever niet!” Maar Sabri kent hem als ‘Kwakje’ – zegt hij – in TiTa Tovenaar (“Kwarkje!”, corrigeert Stevens hem geïrriteerd), van zijn onsterfelijk geworden woorden ‘gewoon doorgaan’ en van zijn bijdrage aan Ja Zuster, Nee Zuster. Hij is een fan van Leen Jongewaard en zingt een stukje ‘Duiffies, duiffies…’

Dit alles wil Stevens amper horen: “Leen was een vaderfiguur, ik was maar een huppelkutje, hij hield van mijn pik en mijn kont”. De sfeer tussen Stevens en Sabri is gespannen, seksueel geladen, soms uitdagend, soms bozig. Als Sabri zich – op zijn witte onderbroek na – heeft uitgekleed, vraagt hij aan Barrie: “Wat wil je? Neuken? Pijpen? Rimmen? Nee? Wat ben je nu preuts, heel Brits”. Stevens: “Sodemieter op, ik ben oud en bijna dood. Waarom moet je me belachelijk maken? Net als Leen dat deed”.

‘Ik heb hem nog naar de trein gebracht’

Dood aan Zee

Barrie Stevens en Luuk Haaze (foto Marcel Otterspeer)

De lastige relatie tussen Stevens en Jongewaard – ze waren achttien jaar samen – wordt goed in woorden uitgedrukt. Stevens vertelt Sabri hoe pijnlijk zijn verhouding met Leen Jongewaard eindigde. Stevens begon tijdens de verhouding met een jongen, hetgeen leidde tot een definitieve breuk met Jongewaard. Leen Jongewaard kreeg later een platonische relatie met de jongen.Dit is echt gebeurd. De jongen heet in de voorstelling ‘Jimmy’; in het echt heette hij Hans. 

Er is in het stuk sprake van een zelfmoord, nadat de christelijke ouders van een homoseksuele jongen – het is niet duidelijk of ‘Jimmy’ wordt bedoeld – hem voor de zoveelste keer hadden afgewezen vanwege zijn ‘abnormale dwanggedachten’. Stevens vertelt dat de jongen wanhopig na een laatste, dramatisch verlopen bezoek aan zijn ouders de trein nam, zijn polsen doorsneed en dat ‘het traject Veenendaal-Utrecht lang genoeg blijkt te zijn om onherroepelijk dood te bloeden’.

De woorden die ik hierboven tussen aanhalingstekens heb gezet, komen letterlijk uit de monoloog Ik heb hem nog naar de trein gebracht. Robert Long schreef deze hartverscheurende monoloog meer dan veertig jaar geleden voor Leen Jongewaard. Long en Jongewaard waren van 1979 tot 1984 een even onwaarschijnlijk als buitengewoon geslaagd cabaretduo. Ik vind het mooi dat de auteurs fragmenten uit deze monoloog hebben gebruikt. Op Youtube is te zien hoe Jongewaard de monoloog Ik heb hem nog naar de trein gebracht ingetogen en ontroerend uitsprak in de in 1981 uitgezonden televisieshow Leen is Alive. Kijk maar (de monoloog begint na negentien minuten en veertig seconden): https://www.youtube.com/watch?v=aGNTZougdsA&t=348s De hele link is overigens de moeite waard.

‘Engel des doods’

Dood aan Zee

Barrie Stevens met Luuk Haaze op de voorgrond (foto Marcel Otterspeer)

Barrie Stevens stelt zich in de voorstelling bescheiden op: “Mijn leven stelt niks voor”. Hij en Luuk Haaze preluderen veelvuldig op de film Death in Venice, inclusief de muziek van Mahler. Zijn personage Sabri is in de ogen van Stevens zijn ‘engel des doods’. Er komen flarden Shakespeare voorbij: to be or not to be en het sonnet Shall I compare thee to a summer’s day.

Vorig jaar zomer speelde Stevens Dood aan Zee al een paar keer tijdens Amsterdam Pride, toen met Terence van der Loo als Sabri. In augustus 2022 schreef recensent Patrick van den Hanenberg in De Theaterkrant: “Het is een mooi gevecht tussen Stevens, die altijd het nare gevoel heeft gehouden dat niet alleen zijn liefdesleven, maar ook zijn artistieke leven mislukt is, ondanks de roem waarmee hij werd overladen en de uitdagende jongeman, die zich steeds meer als een kwelgeest opstelt.”

In De Privé zei Barrie Stevens vorig jaar: “Ik heb in mijn leven met grote vreugde en blijdschap gedaan wat ik altijd graag heb willen doen als acteur, danser en choreograaf. Maar op een gegeven moment kwam er een moment in mijn leven dat ik besefte dat mensen mij altijd hebben gezien als die vrolijke, meegaande knuffelbeer. Die frivole nicht. Met dat goedbedoelde imago wil ik met dit toneelstuk afrekenen. Ik heb een sterke drang om mezelf – en mijn leeftijd maakt dan niet uit – te vernieuwen. Daarbij wil ik aan het publiek tonen dat er ook een andere Barrie Stevens bestaat.”

Dood aan Zee

De premièreportier Ruub Petow en A-R

Dood aan Zee, gezien maandag 6 november in Schouwburg Amstelveen. Een voorstelling van MB Production Company. Spel Barrie Stevens en Luuk Haaze, tekst en regie Jan Eilander en Gerardjan Rijnders, scènefoto’s Marcel Otterspeer, affiche Martijn Tilburg, hierna nog te zien donderdag 16 november in de Schouwburg Venray, vrijdag 8 december in SCC De Poorterij in Zaltbommel en daarna op diverse data van 2 maart t/m 20 april 2024. Zie voor de volledige speellijst en meer informatie: www.barriestevens.nl