Onze Jordaan: een musical over het hart van ons oud Amsterdam
Onze Jordaan, de alom bejubelde nieuwe musical over ‘onze’ Jordaan, ging maandag 21 oktober 2024 in het DeLaMar Theater in Amsterdam in première. De musical is geschreven en geregisseerd door Diederik Ebbinge. De oer- en oer-Amsterdamse productie, die is gemaakt in het kader van Amsterdam 750, wordt geafficheerd als ‘een voorstelling vol emotie, melancholie en verbittering, maar vooral ook hoop, muziek en verzoening! Geniet van oude bekenden in de typische belcanto muziekstijl, met stukken van Willy Alberti, Johnny Jordaan & Tante Leen’.
Ebbinge, bekend om zijn talent en voorliefde voor satire, ging een heel andere kant op dan gewoonlijk. Hij maakte deze musical uit liefde voor Amsterdam met een motto dat meteen aan het begin van de voorstelling klinkt: de Jordaan is het hart van ons oud Amsterdam.
De keuze voor bekende en minder bekende Jordaan-liedjes en galmende operafragmenten is uitstekend. Deze mengeling past helemaal bij de Jordaan, waar men dol was en is op de Italiaanse opera. Er is geen zwakke plek in de grote cast (achttien volwassenen en bij elke voorstelling twee kleine kinderen), het is goed dat er – zichtbaar hoog op een balkon achter de spelers – een achtkoppige orkest aanwezig is, de arrangementen van muzikaal supervisor Jeroen Sleyfer zijn geraffineerd en de aankleding (decor Carla Janssen-Höfelt en kostuums Glenn Hewitt) is helemaal goed.
Vijf sterren
Bij de première – in aanwezigheid van burgemeester Femke Halsema – waren veel genodigden tot tranen toe geroerd. De loftuitingen waren na afloop niet van de lucht. Recensenten buitelden in de dagen na de première over elkaar met complimenten.
Hein Janssen beloonde de musical in de Volkskrant maar liefst met vijf sterren. Hij noemde Onze Jordaan overrompelend warmbloedig en ontroerend, en muzikaal gezien subliem’. En ook: ‘zonder meer de beste Nederlandse musical sinds Hij gelooft in mij’.
Recensent Amber Wiznitzer gaf de musical in NRC Handelsblad ook vijf sterren: “De eerste musical van Diederik Ebbinge weet te ontroeren, vooral door de fantastische mix van belcanto-aria’s en smartlappen. Dankzij de geestige dialogen wordt het zelden soapachtig sentimenteel”.
In haar eveneens vijf sterren-recensie in Trouw schreef Bianca Bartels: “De nieuwe musical Onze Jordaan viert weliswaar dat Amsterdam 750 jaar bestaat, maar schrijver/regisseur Diederik Ebbinge maakte er geen louter ophemelend feestje van. Naast een flinke dosis heerlijke recht-voor-zijn-raaphumor en vrolijke saamhorigheid zien we ook de stijfkoppige bekrompenheid van Jordanezen, en hun botte afwijzing van wie anders is. Ondertussen glipt de geliefde buurt hen door de vingers.”
De producenten TEC Entertainment en de Stichting Theateralliantie hebben vast en zeker een vreugdedans gemaakt. Dat konden ze zellfs al voordat de recensies uitkwamen, want in een persbericht stond dat de hele tournee voorafgaande aan de première al voor 85 procent uitverkocht was. Voor de periode tot en met 24 november in het DeLaMar zijn inderdaad nog nauwelijks kaarten verkrijgbaar.
Daarna is Onze Jordaan van 28 november tot en met 5 januari 2025 geprogrammeerd in zeven grote steden – van Groningen tot Purmerend – en tot slot van 11 januari tot en met 1 februari 2015 in het AFAS Theater in Leusden. Helaas was ik tijdens de première niet zo uitzinnig ‘vijf-sterren-enthousiast‘ als menigeen. Natuurlijk is de musical in veel opzichten geslaagd, maar ik was helaas niet tot tranen toe geroerd. Na de pauze vond ik het geheel gelukkig zowel inhoudelijk als muzikaal beter: spannend en verrassend.
“Verbinding ja! In godsnaam!”
In vrijwel elke voorbeschouwing stond het woord ‘verbinding’. In de Volkskrant noemde Diederik Ebbinge Onze Jordaan “een warme voorstelling waarin mensen na een breuk weer nader tot elkaar komen. Meer dan ooit gaat het in deze tijd om verbinding.” In NRC Handelsblad stond: “Diederik Ebbinge kiest voor verbinding?” Waarop Ebbinge aldus reageert: “Ik schaam me er niet voor. Het is niet voor niets dat het woord vaak valt. Verbinding ja! In godsnaam!”
Verbinding is inderdaad een terugkomend thema. Maar er is ook veel onenigheid. Cruciaal in het verhaal is de breuk tussen moeder Greet en zoon Jan. Ook belangrijk is het dilemma waar geboren en getogen Jordanezen voor kiezen, wanneer hen woonruimte wordt aangeboden in Nieuw-West, Purmerend of Almere. Veel van hen verkiezen ‘licht, lucht en ruimte’ boven een krot op hun armzalige geboortegrond.
Het script heeft verrassende wendingen. ‘In die mooie, in die fijne Jordaan van weleer’ werden ‘homosuelen’ uitgekotst. Bekend is immers dat de immens populaire Johnny Jordaan noodgedwongen uit de Jordaan verhuisde, nadat hij in de late jaren zestig van de vorige eeuw uitkwam voor zijn homoseksualiteit en koos voor zijn grote liefde Ton Slierendrecht. Ik dacht ook terug aan het schrijnende lied dat Robert Long in 1982 schreef voor Leen Jongewaard en zichzelf en dat ze zongen in de voorstelling Duidelijk zo. In dit lied, getiteld Die fijne Jordaan, wordt een homoseksueel stel dermate ernstig getreiterd dat een van hen zich verhangt.
Het Snotneusje
De musical begint met de beruchte schietpartij op 7 mei 1945 op de Dam. Gefrustreerde Duitse soldaten openden die noodlottige middag vanaf het balkon van De Groote Club het vuur op de feestende menigte. In paniek zochten mensen dekking achter het Perlee-draaiorgel Het Snotneusje. Dit draaiorgel bood nogal wat mensen dekking. Tijdens de schietpartij vielen 32 doden en een onbekend aantal gewonden, maar in elk geval meer dan honderd. Het is een vondst van Diederik Ebbinge om zijn musical te openen met dit noodlottige voorval. Bijzonder was dat tijdens de première het authentieke Snotneusje in de foyer van het DeLaMar stond. Heel bijzonder was dat orgeldraaier Pieter Cornelis van Aken dit draaiorgel bediende en uiteraard Amsterdamse liedjes liet klinken die in de voorstelling te horen waren. Het authentieke Snotneusje was voor de première uitgeleend door het Amsterdam Museum. Na afloop van de voorstelling demonstreerde Van Aken aan mijn gast Liselore en mij dat je aan de achterkant van het orgel nog een restant van een kogelgat kunt zien.
Ellen Pieters speelt in Onze Jordaan een van de mooiste creaties uit haar lange loopbaan. Ze speelt Greet, die weduwe wordt na de schietpartij op de Dam en die haar hele leven verbitterd blijft. De veelzijdige Pieters speelt de volbloed Jordanese Greet authentiek en weergaloos goed. Haar Greet is volks en emotioneel, ze heeft het hart op de tong en soms Jordanees gezellig, soms hard en stug. Ze zingt de sterren van de hemel en heeft de lach aan haar kont. En ze kan ontroeren: in een van de meest aangrijpende scènes verandert ze zienderogen van een middelbare dame in een hulpbehoevende bejaarde vrouw. Hulde!
Klassiek geschoolde zangers
Ook hulde voor de klassiek geschoolde tenor Peter Gijsbertsen in de rol van Jan, de zoon van Greet. Gijsbertsen triomfeerde eerder bij grote operahuizen in binnen- en buitenland. Zoals – een kleine greep – als Don José in Carmen en Orfeo in L’Orfeo tijdens het Longborough Festival Opera, Alfredo in La Traviata en Tamino in Die Zauberflöte bij de Scottish Opera en bij Opera Zuid en The Novice in Benjamin Brittens opera Billy Budd bij zowel het Bolshoi Theater in Moskou als tijdens het Glyndebourne Festival en de Brooklyn Academy of Music in New York.
De klassiek geschoolde bariton Richard Spijkers verdient ook een dikke pluim in zijn rol als de op de Dam doodgeschoten Jopie, die tijdens de voorstelling veelvuldig zingend terugkeert in dromen en in de fantasie van zijn weduwe Greet. De laatste keer dat ik Spijkers zag, was ook zo indrukwekkend. Hij imponeerde met zijn lage stemgeluid als de hogepriester Kafajas in de door Ivo van Hove geregisseerde musical Jesus Christ Superstar.
En wat is Roosmarijn Luyten (de vrouw van Diederik Ebbinge) goed als Loes, de dochter van Jopie en Greet. Na de pauze zingt ze een gloedvolle versie van lied Amsterdams parfum. Haar personage Loes woont dan met haar man en kind in de polder, maar in haar hart mist ze de geur van ‘mijn Amsterdam’. Ook prachtig en verrassend is de manier waarop ze De glimlach van een kind zingt: als een boos verwijt jegens haar verbitterde moeder die zich onverschillig gedraagt tegenover haar kleinkind; het kind van Loes dus. Zo wordt het gewoonlijk zo zoetsappige lied van Willy Alberti een kwaaie tango met hier en daar aangepaste tekst. Wat een vondst en wat goed gearrangeerd door Jeroen Sleyfer.
Ik verbaasde me er overigens over dat er geen programmaboek was, zelfs geen simpel dun boekje. Bezoekers van Onze Jordaan kunnen, desgewenst, dus niet opzoeken dat bijvoorbeeld Amsterdams parfum is geschreven door Jan Boerstoel en Martin van Dijk. En ook niet wie al die Jordaan-liedjes en fragmenten uit al die opera’s hebben geschreven. Heel jammer. Waarschijnlijk is hierop bezuinigd, zodat meer budget kon worden besteed aan de ongetwijfeld hoge productiekosten. Maar juist bij deze voorstelling was een achtergrondverhaal over de ontwikkeling van de Jordaan en de schietpartij op de Dam op 7 mei 1945 zinvol geweest; al was het maar om de schrijvers van de liedjes credit te geven. Nu was er alleen een dubbelzijdig getypt A4-tje met alle namen van het creatieve team, de cast, de muzikanten en iedereen achter de schermen. Dat dan weer wel, maar ik geloof dat alleen journalisten dit papiertje kregen.
‘Wat er gebeurt, altijd blijven zingen’
Er wordt dus door iedereen uitstekend gezongen, geacteerd en gedanst. De keuze van het Jordaan-repertoire is uitmuntend, waarbij het opvalt dat Willy Alberti, Johnny Jordaan en Tante Leen niet één keer worden genoemd. Er klinken bekende tot minder bekende Jordaan-klassiekers, zoals Mooi is Amsterdam bij nacht en Huilen doe je alleen. En wat is het heerlijk dat de hele zaal na de pauze eindelijk uit volle borst mag meezingen met Een pikketanussie (gaat er altijd in). Dit gebeurt in een geestige scène, waarin de nieuwe eigenaar van een oude kroeg in de Jordaan niet weet wat een pikketanussie is. Ook niet als de Jordanezen geamuseerd uitleggen dat ze ‘een hassebassie’ bedoelen. Huh? Jajem! Huh? En wanneer in deze nieuwe, ouwe kroeg – waar bij de verkoop werd beloofd dat er niets zou veranderen – een gekookt ei wordt besteld, zegt de barman: ‘hè?’ Waarop Greet verduidelijkt: “Dat is een ding dat uit een kip komt en dat je eerst tien minuten in heet water legt”.
Hoewel ik op de première dus gek genoeg in de minderheid was en niet overliep van enthousiasme en emoties was, vind ik achteraf dat Diederik Ebbinge er wel degelijk in is geslaagd om van zijn eerste musical iets bijzonders te maken. Het is zijn ode aan die beroemde Amsterdamse volkswijk die minder authentiek is dan vroeger, maar die ik – woonachtig aan de rand van de Jordaan – nog altijd ervaar als behoorlijk volks en gezellig. In mijn stamkroeg Café In ’t Papeneiland – op de hoek van de Prinsengracht en de Brouwersgracht – komen weliswaar veel toeristen en dagjesmensen, maar ook heel veel buurtbewoners – het meubilair – en waar vast en zeker dezelfde sfeer is als altijd was. De mensen achter de bar kennen de stamgasten, ze hebben nog altijd gekookte eieren en onder leiding van Tiel Netel junior is het niet anders dan onder leiding van zijn een paar jaar geleden overleden vader.
IJzersterk is in de musical het levensmotto van de op de Dam doodgeschoten Jopie, dat veelvuldig wordt herhaald: ‘wat er gebeurt, altijd blijven zingen!’ De voorstelling eindigt mooi en sfeervol met het door het hele ensemble meerstemmig gezongen lied Onze buurt. In dit lied zong Willy Alberti ooit dat hij op zoek ging naar de buurt waar was geboren: “Die buurt bestaat niet meer,/ alleen nog maar in boeken en foto’s van weleer./ Die buurt is verdwenen, die buurt heeft afgedaan,/ die buurt waar mijn ouderlijk huis heeft gestaan./ Het is mijn buurt niet meer, het is voorbij./ Alleen een brok sentiment is die buurt van mij”. Ik moet toegeven dat ik aan het slot dankzij dit lied toch enigszins ontroerd was.
Onze Jordaan, gezien 21 oktober 2024 in het DeLaMar. Script en regie Diederik Ebbinge, muzikaal supervisor en arrangementen Jeroen Sleyfer, spel Ellen Pieters, Richard Spijkers, Roosmarijn Luyten, Peter Gijsbertsen, Steyn de Leeuwe, Walter de Kok, Stefan de Kogel, Yvonne van den Eerenbeemt, Desi van Doeveren, Mitch Blaauw, Willianne Liemborg, Julia Berendse, Marieke Goemans, Mark Roy Luykx, Melinda de Vries (ook choreografie), Abel Leemans, Isabel Diaferia en Ruth Sahertian, het orkest bestaat uit muzikaal leider James Pollard, Joke op ’t Land, Alex Welch, Mariëtte Laport, Jeroen Rekké, Mascha Hoogendoorn, Frank Vermast en Ron Olischläger. Tweede choregraaf Pim Veulings, decor Carla Janssen-Höfelt, props en vormgeving Rob Snoek, kostuums Glenn Hewitt. Deze productie van Marc Muller van TEC Entertainment in samenwerking met Rosalie Mohr van Stichting Theateralliantie is op tournee tot en met 1 februari 2025 (zie voor de volledige speellijst en meer informatie www.onzejordaan.nl). Scènefoto’s Wim Lanser, rode loper-foto Edwin Smulders, andere foto’s Liselore Kamping