Jacobus Vrel: de grote onbekende voorloper van Vermeer

Jacobus Vrel

Jacobus Vrel, Interieur met lezende oude vrouw, met een jongen achter het raam, na 1655. The Orsay Collection

Vrel, voorloper van Vermeer, zo heet de expositie die tot eind mei in het Mauritshuis te zien is. Iedereen kent de verstilde interieurs van Johannes Vermeer. Bijna nienand weet dat de schilder Jacobus Vrel dit soort taferelen al maakte voordat het eerste meesterwerk van Vermeer zijn atelier verliet. Aan de hand van dertien schilderijen uit binnen- en buitenland gaan bezoekers op ontdekkingstocht en leren zij Jacobus Vrel kennen via zijn werken. Uit het Kunsthistorisches Museum in Wenen komen twee bijzondere schilderijen naar Den Haag, waaronder Vrouw bij een venster (1654), het enige gedateerde werk van Vrel. Na het Mauritshuis reist de tentoonstelling door naar de Fondation Custodia, Collectie Frits Lugt in Parijs, de samenwerkingspartner.

Wie was Jacobus Vrel?

Jacobus Vrel

Jacobus Vrel, Straatje met een bakkerij bij een stadsmuur, vermoedelijk de Waterstraat in Zwolle, na 1653. Hamburger Kunsthalle, Hamburg.

De raadselachtige Jacobus Vrel werkte in Oost-Nederland. Er is ontzettend weinig over hem bekend. Zo’n vijftig schilderijen zijn met zekerheid van zijn hand: straattaferelen met figuren en intieme, verstilde taferelen binnenshuis. Vrel wordt door zijn bijzondere genrevoorstellingen gezien als een van de voorlopers van bekende schilders als Pieter de Hooch en Johannes Vermeer. Lange tijd stonden sommige schilderijen van Vrel zelfs op naam van Johannes Vermeer. Het verhaal van de herontdekking van Vrel, in de negentiende en vroege twintigsge eeuw, wordt in deze tentoonstelling verteld aan de hand van een selectie van zijn beste werken.

Op straat of binnenshuis

Er is bijna niets bekend over zijn leven bekend, behalve dat hij ongeveer vijftig schilderijen maakte. Vaak voorstellingen die zich afspeelden op straat of binnenshuis. Vrouw bij een venster uit Wenen maakte samen met twee andere schilderijen van Vrel deel uit van de verzameling van aartshertog Leopold Wilhelm van Oostenrijk (1614-1662). Een inventaris uit 1659 is de enige eigentijdse bron over de schilder. Onderzoek van de panelen leert ons dat Vrel al vele jaren voor 1654 actief was als schilder. En dus eerder dan de Delftse meesters Vermeer en Pieter de Hooch. Lange tijd stonden schilderijen van Vrel zelfs op naam van Johannes Vermeer. Zij schilderden dezelfde onderwerpen en deelden dezelfde initialen: JV. Signaturen van Jacobus Vrel waar zijn naam voluit stond vermeld, werden zelfs vervalst tot Vermeer-signaturen. Twee werken uit de tentoonstelling zijn ooit als ‘een Vermeer’ gekocht in 1888, Straatje met een bakkerij bij een stadsmuur, vermoedelijk de Waterstraat in Zwolle uit de Hamburger Kunsthalle en Interieur met lezende oude vrouw, met een jongen achter het raam, uit een privéverzameling.

Verstilling

Op veel van zijn schilderijen laat Vrel één vrouw zien, staand bij een venster in een kamer met hoog plafond, of zittend bij een schouw. Typerend is de kleding die de vrouw draagt; een donkere rok met witte omslagdoek. Voor de toeschouwers is het gezicht vaak niet te zien. Met deze typische elementen creëerde Vrel zijn eigen wereld. De soms wat

Jacobus Vrel

Handtekening op de muur

gebrekkige weergave van het perspectief geven de voorstellingen een wat naïeve charme. Als toeschouwer let je daardoor nog meer op de details: de gebroken ruitjes in de ramen op zijn interieurvoorstellingen, of een wit papiertje in de hoek van de kamer, met daarop de signatuur van de schilder. De kunstenaar zelf vervaardigde diverse kopieën van zijn eigen schilderijen tot in detail. Dit fenomeen van kopiëren komt ook bij andere zeventiende-eeuwse Nederlandse (portret)schilders voor. Waarom Vrel dit deed, weten we niet. Maar het is een eenvoudige manier om de productie te vergroten.

Onderzoek

Om meer te weten te komen heeft een internationaal onderzoeksproject plaatsgevonden, waarbij drie musea hun krachten bundelden: de Alte Pinakothek, Bayerische Staatsgemäldesammlungen in München, de Fondation Custodia, Collectie Frits Lugt in Parijs en het Mauritshuis. De drie musea gaven opdracht tot ‘dendrochronologisch onderzoek’ onderzoek naar jaarringen om een houten paneel te kunnen dateren van verschillende schilderijen. Hieruit bleek dat deze ouder zijn dan gedacht. De straattaferelen ontstonden vermoedelijk vanaf omstreeks 1635-1640, de vroegste interieurs enkele jaren later. Om Vrel te kunnen plaatsen in een bepaald gebied in Nederland, is onderzoek gedaan naar de topografie van de straatjes op zijn schilderijen.

Jacobus Vrel

Jacobus Vrel, Vrouw en jongen in interieur, met een kind in een alkoof, na 1660.Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van Belgi‰, Brussel.

Jacobus Vrel

Jacobus Vrel, Twee figuren bij de hoek van een huis, na 1644. Particuliere verzameling

Onderzoekers Dirk Jan de Vries en Boudewijn Bakker bestudeerden de straatjes en gevels. Zij nemen aan dat enkele straatjes te plaatsen zijn in Zwolle. Met behulp van twee technieken werden ‘pentimenti’ (wijzigingen door de kunstenaar zelf) ontdekt: infrarood, oftewel een techniek om het schilderij onder het zichtbare oppervlak te bekijken. Je kunt er bijvoorbeeld een ondertekening of schets mee zien, maar ook de gebruikte pigmenten en wijzigingen die de kunstenaar tijdens het schilderen aanbracht. Infrarood helpt de restaurator ook bij het achterhalen van eerdere restauraties.

Een andere onderzoekstechniek is zogeheten röntgen-fluorescentie, oftewel een techniek waarmee een restaurator elementen in de gebruikte verf kan bepalen en op basis hiervan de gebruikte pigmenten kan identificeren. Met deze techniek kan je niet alleen de samenstelling van de verf achterhalen, maar ook onderliggende wijzigingen zichtbaar maken, of details die je op het schilderij met het blote oog niet meer kan zien.

Op deze manier was te zien dat Vrel figuren soms aanpaste of helemaal weg schilderde, zoals een kind op een straattafereel van een doek van Vrel uit het Rijksmuseum. Op deze manier wist Vrel zijn composities te perfectioneren. Alle onderzoeksresultaten zijn terug te vinden in de Engelstalige monografie over Vrel, uitgegeven door het Mauritshuis, in samenwerking met de genoemde partners. Typerend voor Vrel was de manier waarop hij zijn schilderijen signeerde. Op diverse schilderijen zie je een wit briefje op de grond liggen. Op deze briefjes stond Vrels signatuur. Uit onderzoek is gebleken dat meerdere variaties op zijn signatuur werden gebruikt. Zo komt ‘J V’ terug, maar ook ‘J Vrel’, ‘Jacobus Vreelle’ of ‘Jaco / büs / frell’, waarbij de Duitse spelling van de voornaam mogelijk verwijst naar een verblijf in de grensregio met Duitsland.

My girl with a pearl

Vermeers beroemdste schilderij Het meisje met de parel maakt nog tot 1 april deel uit van de grote Vermeerexpositie in het Rijksmuseum en komt daarna weer thuis in het Mauritshuis. Intussen deed het museum via de wereldwijde oproep #mygirlwithapearl aan iedereen om zich te laten inspireren tot het creëren van een nieuw werk geïnspireerd op het schilderij Meisje met de parel. Dit leverde talloze inzendingen op, waarvan 170 tot begin juni in een digitale loop te zien zijn in het museum. Deze presentatie zal bij iedereen een lach op het gezicht toveren, want de ‘meisjes’ variëren van echte meisjes tot katten, maiskolven en constructies van knopen. Geschilderd, getekend, in wol, klei, hout, stof, bloemblaadjes, knopen, keramiek, groenten, fruit, schelpen, glaskraaltjes, ballonnen, Lego of als tatoeage. Op de website van het museum zijn alle inzendingen te zien.

Jacobus Vrel

A-R with two earrings

Jacobus Vrel

Jacobus Vrel: diverse handtekeningen

Vrel, voorloper van Vermeer is nog t/m 29 mei in het Mauritshuis in Den Haag. My girl with a pearl is hier nog te zien t/m 4 juni. Het echte Meisje met de parel is dus vanaf begin april weer thuis in het Mauritshuis. Het museum (Plein 29) is open maandag van 13 tot 18 uur en van dinsdag t/m zondag van 10 tot 17 uur. Inlichtingen: www.mauritshuis.nl