Het Delft van Vermeer: minder en toch (Ver)meer

Het Delft van Vermeer

Plaque met bijbelse voorstelling, ca 1658 (collectie Museum Prinsenhof, Delft – foto Tom Haartsen)

Het Delft van Vermeer

Wallerant Vaillant, Maria van Oosterwijck, bloemschilderes, ca. 1671 (collectie Rijksmuseum Amsterdam)

Het Delft van Vermeer, zo heet een expositie tot 4 juni in Museum Prinsenhof in Delft. Je moet maar durven: een expositie over Johannes Vermeer houden in precies dezelfde periode dat in het Rijksmuseum in Amsterdam de grootste Vermeer-tentoonstelling ooit wordt gehouden.

Hoewel Het Prinsenhof in Delft geen Vermeers in de collectie heeft, geven deze tentoonstelling en allerlei nevenactiviteiten een goed beeld van Vermeer en van het zeventiende-eeuwse Delft waar de schilder in 1632 werd geboren, waar hij vrijwel zijn hele leven heeft gewoond en waar hij in 1675 op 43-jarige leeftijd overleed. Een voordeel van deze expositie is dat je daar in elk geval gewoon wél naartoe kunt. De expositie in het Rijks was een dag na de opening al uitverkocht!

‘De sfinx van Delft’

Bij de expositie in het Prinsenhof staat het leven van ‘de sfinx van Delft’ centraal. In tegenstelling tot Rembrandt is vrij weinig over hem bekend. Zijn oeuvre bestaat uit circa 35 schilderijen en er zijn geen tekeningen van zijn hand bewaard gebleven. Na zijn dood raakte hij bijna drie eeuwen in de vergetelheid. Onvoorstelbaar, als je ziet hoe hij nu in de belangstelling staat. In het midden van de negentiende eeuw werd Vermeer als het ware ‘herontdekt’ door kunsthistoricus en journalist Théophile Thoré-Bürger (1807-1869). In Museum Prinsenhof wordt aan de hand van ruim honderd objecten uit binnen- en buitenland, zoals kunstnijverheid, kaarten, prenten, tekeningen, boeken, Delfts aardewerk, documenten en archiefstukken, een beeld geschetst van het bruisende stadsklimaat in Delft in de zeventiende eeuw. Er hangen ook prachtige schilderijen en prenten van Delftse schilders uit de periode tussen 1650 en 1675, zoals Pieter de Hooch, Jan Steen, Gerard Houckgeest, Cornelis de Man, Anthonie Palamedesz en Maria van Oosterwijck. 

Het Delft van Vermeer

Carel Fabritius, een oude man (circa 1650), Collectie Mauritshuis

Een vuistslag versus een streling

Bekend is dat Vermeer drie schilderijen in huis had van zijn stadsgenoot Carel Fabritius.Erg mooi is het schilderij van een oude man, dat Fabritius omstreeks 1650 maakte. Aan de ruwe penseelstreken is duidelijk te zien dat Fabritius een van de meest talentvolle leerlingen was van Rembrandt. Dit schilderij deed me denken aan het geweldige antwoord dat de Amerikaanse multimiljonair en kunstverzamelaar Thomas S. Kaplan aan Twan Huys gaf in een uitzending van het tv-programma Buitenhof. Huys vroeg Kaplan wie hij beter vond: Rembrandt of Vermeer? Kaplan antwoordde op die onmogelijk te beantwoorden vraag dat Rembrandt voor hem “een vuistslag” (a punch) was en Vermeer “een streling” (a caress). Thomas Kaplan werd in Buitenhof geïnterviewd omdat tot 27 augustus in de Hermitage Amsterdam 35 schilderijen hangen uit The Leiden Collection van het echtpaar Thomas en Daphne Kaplan. Werken van Rembrandt, zijn leermeester Pieter Lastman, zijn leerlingen Carel Fabritius en Arent de Gelder en tijdgenoten als Jan Lievens, Frans van Mieris en Jan Steen. Zie: www.hermitage.nl. Ook een must-see, maar dit terzijde.

Een triomf van vormgeving

Het Delft van Vermeer

A-R met de melk van het melkmeisje (foto Jaap Augustinus)

Het Delft van Vermeer

vormgeving Bureau Caspar Conijn (foto Marco de Swart)

Afgezien van het feit dat de schilderijen mooi zijn, de objecten decoratief en de documenten informatief, is deze expositie vooral een triomf van de vormgever. Er is dus geen echte Vermeer te zien (want die zijn allemaal, zo veel mogelijk, in het Rijksmuseum in Amsterdam), maar dankzij de vormgeving van Bureau Caspar Conijn uit Amsterdam zijn de overbekende schilderijen van Vermeer gigantisch groot op de wanden geprojecteerd. Een reusachtig groot meisje met de parel kijkt je aan of de jonge vrouw bij een virginaal staat nu tussen schilderijen. En de schenkkan van de melk is ook gigantisch.

Vormgever Caspar Conijn heeft eerder op een indrukwekkende manier exposities vormgegeven, zoals de exposities Gedoopt in 2014 in Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam, de grote Suriname-tentoonstelling in 2019 in de Nieuwe Kerk van Amsterdam, de expositie Pieter de Hooch, uit de schaduw van Vermeer in 2019 in het Prinsenhof en vorig jaar de exposities Domitianus, God op aarde in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden en De Gouden Koets in het Amsterdam Museum. Allemaal ruim opgezet en met grote afbeeldingen op de wanden. Chapeau!

Een man van vlees en bloed

Het Delft van Vermeer

Waarschijnlijk ‘Het straatje van Vermeer’ in de Vlamingstraat

Het Delft van Vermeer voert bezoekers terug naar het Delft van de zeventiende eeuw. Personages uit Vermeers directe omgeving worden uitgelicht, zoals zijn schoonmoeder Maria Thins, zijn collega-schilder Leonaert Bramer, de familienotaris Willem de Langue, de verzamelaars Maria de Knuijt en haar man Pieter van Ruijven en meesterbakker Hendrick van Buyten die ook kunst verzamelde. Zo wordt de kunstenaar, over wie zelf vrij weinig bekend is, aan wie slechts tussen de 34 en 37 schilderijen zijn toegeschreven en van wie geen zelfportret bekend is, een man van vlees en bloed: echtgenoot, schoonzoon, ondernemer, vader van vijftien (!) kinderen en herbergier.

Johannes Vermeer was actief in Delft in een periode dat de plaatselijke schilderkunst en met name het Delftse genrestuk tot een hoogtepunt kwam. Belangrijke meesters als Paulus Potter, Emanuel de Witte en Jan Steen verbleven enige tijd in Delft en schilders als Carel Fabritius, Gerard Houckgeest en Hendrick van Vliet stonden aan de basis van belangrijke artistieke innovaties door hun nieuwe kijk op perspectief, ruimte en licht. Johannes Vermeer profiteerde als geen ander van deze artistieke impulsen die hij op zijn eigen manier verwerkte. Aan de hand van hun schilderijen schetst de tentoonstelling het artistieke klimaat rondom Vermeer dat hem heeft gevormd als kunstenaar. In de Prinsenhof zijn schilderingen te zien die Vermeer zelf gezien moet hebben. Dat geldt ook voor het beschilderde plafond in de historische zaal met de engeltjes van zijn goede vriend en mogelijke leermeester Leonaert Bramer.

‘Const-dorstich’

Het Delft van Vermeer

Vermeers geboortehuis aan de Voldersgracht 25:26 (anno 2023)

Het Delft van Vermeer

Hendrick van Vliet, Interieur van de Nieuwe Kerk in Delft, ca. 1670-1675 (Collectie Museum Prinsenhof, Delft)

Johannes Vermeer (1632-1675) groeide op in een artistiek milieu. Zijn vader Reynier was herbergier en kunsthandelaar. Hij was ‘const-dorstich’; oftewel ‘kunst-dorstig’. De kleine Johannes was als kind al omringd door schilderijen, zoals stillevens van Balthasar van der Ast en landschappen van Pieter van Groenewegen. Hij werd geboren aan de Voldergracht 25 en groeide grotendeels op in de herberg Huis Mechelen aan de Markt. Hij nam de herberg na de dood van zijn vader over. Met zijn vrouw Catharina en de kinderen woonde hij later in bij zijn welgestelde schoonmoeder Maria Thins. Deze dominante vrouw zag een huwelijk tussen haar dochter en de beginnende schilder aanvankelijk niet zitten. Zij was katholiek en de familie Vermeer was protestant.

Van 1660 tot 1675 woonde Vermeer met zijn vrouw Catharina Bolnes en hun vijftien kinderen bij zijn rijke schoonmoeder. In dit huis op de Oude Langedijk woonde en werkte Vermeer ongeveer 15 jaar. Het grootste gedeelte van zijn oeuvre kwam hier tot stand. Vermeer had in het huis van zijn schoonmoeder mogelijk zijn atelier. Hij en zijn vrouw kregen vijftien kinderen, van wie elf de volwassenen leeftijd bereikten. Verder was hij actief als voorzitter van het schildersgilde Sint Lucas en was hij actief lid van de lokale schutterij.

Vrijwel zijn hele leven speelde zich af in het kleine centrum van Delft, rondom de markt. de Oude en de Nieuwe Kerk. Herberg Mechelen is weliswaar verdwenen, zijn geboortehuis staat er nog. Er komt binnenkort een klein hotel in. In het nabijgelegen vroegere gildehuis is nu het Vermeer Centrum gehuisvest, waar alle schilderijen van Vermeer in reproductie op ware grootte te zien zijn. Ook het schilderij Het concert uit circa 1666, dat in 1990 werd gestolen uit het Isabella Stewart Gardner Museum in Boston en dat nooit meer is opgedoken. Een beetje kitscherig is het wel, maar interessant.

Het mysterie over ‘de sfinx van Delft’ blijft intact. Er zijn geen documenten waarin staat wie zijn leermeester was en of hij zelf leerlingen had of navolgers. Ook blijft onbekend waar hij op 43-jarige leeftijd aan overleed. Er is wel een document, waarin zijn vrouw zijn dood beschreef: “van één à anderhalve dag was hij van gezond dood”. Het museum vermoedt dat de stress rondom zijn schulden, mede veroorzaakt door de kunstmarkt die was ingestort in het rampjaar 1672, hem fataal werden. Alleen al bij de lokale bakker stond zijn gezin voor 600 gulden in het rood. Genoeg om voor drie jaar brood te kopen. De weduwe loste die forse schuld af door de bakker twee schilderijen van Vermeer te geven.

De koppelaarster

Het Delft van Vermeer

Dirck van Baburen, De koppelaarster, 1622 (collectie Museum of Fine Arts, Boston)

Het schilderij De koppelaarster uit 1622 van Dirck van Baburen (Museum of Fine Arts, Boston) is een sleutelwerk in de tentoonstelling. Het schilderij behoorde mogelijk tot de collectie van Maria Thins, de schoonmoeder van Vermeer bij wie hij met zijn vrouw en kinderen inwoonde. Vermeer schilderde het werk in de achtergrond van Dame zittend aan het klavecimbel (National Gallery, Londen). Behalve deze rechtstreekse verwijzing was Vermeer in zijn vroege werk beïnvloed door Utrechtse caravaggisten, zoals Van Baburen. Het thema van de koppelaarster nam hij zelfs letterlijk over.

De Delftse donderslag

Op 12 oktober 1654 vond er een enorme ramp plaats in Delft, die bekend werd als de ‘Delftse Donderslag’. Op de plaats van de huidige Paardenmarkt, stond het Kruithuis. Hier lag een gigantische opslagplaats vol buskruit. Toen dit ontplofte tijdens de ‘Delftse Donderslag’ kwam de helft van de stad in puin te liggen. Carel Fabritius, een goede vriend van Johannes Vermeer, woonde in de Doelenstraat. Onder de bewoners van deze straat vielen de meeste doden, zo ook Carel Fabritius. Fabritius was van ongeveer 1641 tot 1643 in de leer bij Rembrandt geweest. In 1650 verhuisde hij naar Delft. Daar schilderde hij portretten, stadsgezichten en zijn bekende schilderij Het puttertje. Vermeer haalde zijn inspiratie waarschijnlijk ook deels uit de schilderijen van Fabritius.

Het Delft van Vermeer

Een van de tentoongestelde documenten

 

Parels uit de archieven

Babs van Eijk, medewerker van Museum Prinsenhof, vond een archiefstuk met schadevermeldingen, waarin stond dat Vermeers moeder Digna Baltens een financiële vergoeding ontving voor de geleden schade aan Herberg Mechelen na de verwoestende explosie op 12 oktober 1654. Een jaar later keerden de Staten van Holland een schadevergoeding uit aan Vermeers moeder. Zij runde de herberg na het overlijden van haar man en op het moment van de verwoestende buskruitramp woonde ze er nog. Het archiefstuk met schadevermeldingen waarin dit staat was wel al bekend, maar niet dat de moeder van Vermeer een schadevergoeding ontving. Met deze vondsten wordt nieuwe kennis toegevoegd over het leven van Vermeer. Ook dit archiefstuk wordt in deze expositie tentoongesteld.

Armoede en rijkdom

Het Delft van Vermeer

Jan Steen,Adolf en Catharina Droeser, ‘de burgemeester en zijn dochter’, ca. 1655 (collectie Rijksmuseum Amsterdam)

Een ander topstuk in de expositie is het schilderij Adolf en Catharina Croeser aan de Oude Delft (ook wel bekend als De burgemeester van Delft en zijn dochter) uit 1655 van Jan Steen uit het Rijksmuseum. Steen was maar korte tijd actief in Delft, maar dan maakte hij wel dit uitzonderlijk fraaie portret van de rijke korenhandelaar Adolf Croeser en zijn dochtertje Catharina van 13, die schuin tegenover Steen woonden. Tegelijkertijd portretteerde Steen twee bedelaars naast de welgestelden. In één oogopslag zie je het arme én het rijke Delft. Dit was een realiteit waar Vermeer mee te maken kreeg: na zijn jaren vol voorspoed – hij behoorde door zijn trouwen met de rijke Catharina Bolnes tot een hogere, welgestelde stand – stierf hij uiteindelijk arm. Hij liet vrouw en kinderen met schulden achter. Nadat het schilderij van Steen in buitenlandse handen terechtkwam, kon het Rijksmuseum het in 2004 verwerven.

Meer  bijzondere archiefstukken

Het Stadsarchief Delft bewaart tientallen archiefstukken die verbonden zijn met het lief en leed van Vermeers familie, vrienden en collega’s: boedelinventarissen, testamenten, huwelijken, geboortes, conflicten en begrafenissen. Via een selectie van archivalia worden de bezoekers letterlijk getuige van de bepalende momenten uit hun levens. Daarnaast geven zeventiende-eeuwe stadsgezichten, prenten en kaarten, letterlijk een beeld van het Delft zoals Vermeer het zag. De bezoeker stapt hiermee terug in de tijd, in de belevingswereld van de kunstenaar.

‘Eijgen graff, 14 dragers’

Het Delft van Vermeer

Klein grafsteentje in de Oude Kerk in Delft (foto Michael Kooren)

Tijdens de voorbereiding van de tentoonstelling kwamen twee nieuwe biografische feiten over Johannes Vermeer boven water. Oud-archivaris Bas van der Wulp van Erfgoed Delft vond een nog onbekende inschrijving van Vermeer in het begrafenisregister van de Oude Kerk waaruit blijkt dat de kunstenaar een uitvaart op stand kreeg. In de tot dusver nog onbekende vermelding van Vermeer in een grafregister van de Oude Kerk, waar de kunstenaar begraven is, staat dat bij Vermeers uitvaart, op 16 december 1675, de kist werd gedragen door liefst veertien dragers en dat de kerkklok één ‘poos’ luidde. De exacte begraafinschrijving luidt als volgt: ’16 december (1675): Johan Vermeer, kunstschilder agter de N[ieuwe] Kerck aen de O[ude] Langendijck. Eijgen graff. 14 dragers, 1 geluijt. 8 minderjarige kinderen, 3 meerderjarig.’

“Een klappertje, geen vuurpijl”

Het aanvankelijke vermoeden dat het gilde zijn uitvaart wellicht had betaald, lijkt onwaarschijnlijk. Oud-archivaris Van der Wulp zocht daarom naar uitvaarten van andere schilders, maar die hadden geen van allen zo’n kostbare uitvaart. De zwager van Vermeer, Willem Bolnes, die in 1676 overleed, kreeg echter precies zo’n begrafenis en ook Vermeers schoonmoeder, Maria Thins, die een paar jaar later stierf, kreeg een vergelijkbare uitvaart met de afwijking dat voor haar de klok twee ‘pozen’ werd geluid en niet slechts één. Het vermoeden is daarom dat Vermeers uitvaart door zijn schoonmoeder is betaald. Waarschijnlijk wilde zij de uitvaartkosten van Vermeer slechts voorschieten aan haar dochter en was er toen nog geen beeld van de financiële misère die Vermeer had nagelaten: drie jaar na het Rampjaar 1672 was Vermeer straatarm.

De vondst over de uitvaart is gezien het vele Vermeer-onderzoek – er is in de afgelopen 100 jaar al door tientallen mensen onderzoek gedaan –  opmerkelijk te noemen. Zo deed Bas van der Wulp, die 45 jaar als archivaris voor het archief had gewerkt, niet eerder een dergelijke ontdekking. Hij spreekt van ‘een klappertje (geen vuurpijl) en een mooi moment, vlak na mijn carrière”. Janelle Moerman, directeur Museum Prinsenhof Delft, zegt hierover: “Er is al zoveel over Vermeer uitgezocht dat álles wat je over de kunstenaar vindt eigenlijk al nieuws is. Met elke vondst voegen we als het ware een stukje toe aan de levenspuzzel van deze beroemdste Delftse meester.”

In de voetsporen van Vermeer

Het Delft van Vermeer

Uitverkoop bij de Action in het straatje

Het Delft van Vermeer

Mozaïek van de plattegrond van Delft in de zeventiende eeuwDelft mozaïek buiten 1

Museum Prinsenhof Delft is gevestigd in het hart van het oude Delft, precies in het leefgebied van Vermeer rondom de Markt. Hier liep hij van zijn huis/atelier, naar het Sint-Lucasgilde, de schutterij, het anatomisch theater en weer terug naar de herberg. Het zeventiende-eeuwse stadsplan is nog steeds hetzelfde. In een podwalk met minimaal drie afleveringen komt het ‘Delft van Vermeer’ tot leven in verhalen van experts die de belangrijkste locaties in Vermeers leven ‘langslopen’.

Voor of na de tentoonstelling kunnen bezoekers in zijn voetsporen het historische Delft ontdekken. Hiertoe ontwikkelt Museum Prinsenhof Delft in afstemming met Delftse ondernemers en culturele partners, en in nauwe samenwerking met Delft Marketing en Vermeer Centrum Delft, een veelzijdig stadsprogramma. Gelukkig is er ruimte voor de nodige grapjes, zoals een kartonnen bord met een ovalen gat waar je kunt poseren (en ik heb geposeerd) als het meisje met de parel. In het Vermeer Centrum hangt zelfs een foto van het straatje van Vermeer, waar een Action gevestigd is met reclameborden.

Tickets en een mooi boek

Het Delft van Vermeer

het boek

Het Delft van Vermeer

A-R als meisje met de parel (foto Jaap Augustinus)

Om het bezoek zoveel mogelijk te reguleren, werkt het museum met dagkaarten. De online tickets zijn verkrijgbaar via www.prinsenhof-delft.nl. Het museum (Sint Agathaplein in Delft) is dagelijks open van 11 tot 17 uur (gewoonlijk gesloten op maandag, maar tijdens deze expositie ook op maandag open). Vooraf reserveren wordt geadviseerd, er zijn combitickets verkrijgbaar, die ook geldig zijn voor het Vermeer Centrum Delft, de Oude en Nieuwe Kerk, Royal Delft Museum en Rondvaart Delft. Er is bovendien een rijk geïllustreerde publicatie verschenen, die ook Het Delft van Vermeer heet. De uitgever is Waanders, het boek telt maar liefst 144 pagina’s met 110 illustraties en inhoudelijk zeer interessante stukken van conservator David de Haan, Vermeerdeskundige Arthur K. Wheelock Jr., Babs van Eijk, Ingrid van de Vlis i.s.m. Delft-deskundigen Steven de Jong (archeoloog), Wim Weve (bouwhistoricus) en Bas van der Wulp (archivaris). Het ISBN nummer is NL ISBN 9789462624498. Er bestaat ook een Engelstalige versie. De boeken kosten € 29,95 (paperback) Zie voor meer inlichtingen: www.waanders.nl