Barbara Broekman in Fries Museum: In het Fries Museum in Leeuwarden opende 10 maart de expositie Sits, textiel in bloei. Het woord ‘sits’ – in het Engels ‘chintz’ – is gebloemd, handbeschilderd katoen, dat vanaf de zeventiende eeuw vanuit India de wereld veroverde. Sinds de VOC de exotische stoffen naar Nederland bracht, is sits niet meer weg te denken uit menig kledingkast. En ook niet uit menig interieur. De expositie neemt bezoekers mee op een fleurige reis van India tot Hindeloopen, van Indonesië tot Engeland. Met veel historische pronkstukken uit de eigen collectie van het museum, zoals weelderige kleding, hoeden, mutsen en wandkleden uit vroeger eeuwen. Allemaal voorzien van exotische taferelen, zoals bloemen, leeuwen, mythische vogels en soms amoureuze taferelen. Een collectie om visueel je vingers bij af te likken; jammer dat je er niet aan mag komen.

De expositie is meer dan een kijkje in bloemrijk verleden. Veel meer. De directie van het museum vroeg hedendaagse kunstenaars om zich te laten inspireren door sits. De bijdrage van de Amsterdamse beeldend kunstenaar Barbara Broekman (1955) is fascinerend. Zij maakt als decennia lang tapijten, zoals My town: het semi-permanente tapijt in de publiek toegankelijke Schuttersgalerij van het Amsterdam Museum. Met voor elk land een ander stuk tapijt, dat symbolisch is voor de identiteit van het desbetreffende land. Vloer- en wandkleden, collages en beeldvullende borduursels van Broekman hangen en liggen in overheidsgebouwen, kantoren, musea en woonhuizen. In 2014 zei ze in een interview in de NRC Handelsblad: “Textiel is niet het doel, het is mijn middel om me uit te drukken. Zoals de schilder dat doet met verf.”

Voor deze expositie maakte Barbara Broekman de overweldigende installatie My second skin: een rechthoekige tent – ‘tempel’, zegt ze zelf – van vijf bij negen bij vijf meter. De wanden, de vloer en het plafond zijn van boven tot onder, van links naar rechts en van rechts naar links bekleed met afbeeldingen van zesenveertig textieltechnieken. Het betreden van de tent is bijkans een haluccinerende trip. Bezoekers verdrinken in waanzinnig opgeblazen afbeeldingen van kunstig kantwerk, kleurrijke wol, knalblauwe spagettidraden, banen die regelrecht afkomstig zijn van een Indiase sari, zeldzame keverversiering – ook uit India – en kunstgras uit Nederland. De tent, die is opgebouwd door het in Leiden gevestigde bedrijf In-Zee, wordt zowel aan de binnen- als aan de buitenkant belicht. Broekman is al langer geïnspireerd door tenten. Niet de kampeervariant, maar statustenten. Zoals de tenten die werden opgezet als de Libische leider Muammar Gadaffi bij zijn staatsbezoeken aan Parijs, Rome en Moskou.

Barbara Broekman nodigt toeschouwers uit zich te verdiepen in de achtergrond van textiel. In hoe mensen al duizenden jaren met niets anders dan hun handen en een paar simpele hulpmiddelen prachtige stoffen componeren. Het is een bezoek aan Leeuwarden waard om je onder te dompelen in afbeeldingen van bloemen en dieren, felle kleuren en zachte stoffen. Extra vermelding verdient de uitleg van de zesenveertig extieltechnieken. Sommige kunnen zo in sprookjes, zoals ‘geborduurd, platsteek op velours uit Mexico’, ‘noppenbreiwerk’, ‘weefsel met opgenaaide kaurischelpjes uit Zuid-Sumatra’ en de mooiste: ‘wafelbinding van zwabberkatoen uit Nederland’ (zie onder dit bericht de pdf). My second skin is, net als de hele expositie, een eerbetoon aan kleurrijk textiel.

Sits, katoen in bloei is te zien tot en met 10 september 2017 in het Fries Museum (Wilhelminaplein 92, Leeuwarden). Open dinsdag t/m zondag 11.00 – 17.00 uur. Inlichtingen: 058-2555500 of www.friesmuseum.nl. Of voor meer informatie over Barbara Broekman: www.barbarabroekman.nl

Second skin