Blijvend Applaus voor Hans Croiset
Hans Croiset – gevierd toneelspeler regisseur, theatermaker, docent en schrijver – werd vorige maand negentig jaar. Hij verwierf in 72 actieve jaar (!) al heel wat lauweren, maar is hij op die lauweren gaan rusten? Geen denken aan! Aan het eind van dit jaar speelt Toneelgroep Altstadt in Rotterdam in zijn regie het rauwe stuk Ubu van Alfred Jarry en volgend jaar speelt hij drie maanden lang met de 85-jarige Anne-Wil Blankers het toneelstuk Liefdesbrieven van A.R. Gurney. Maar eerst – zondag 9 november 2025 – kreeg deze ‘jong van hart’-grootheid in De Kleine Komedie De Blijvend Applaus Prijs.
Deze prijs is begin jaren zestig van de vorige eeuw in het leven geroepen om ‘kunstenaars uit de amusementswereld financieel bij te staan en verder al hetgeen daarmede in verband staat of daaraan bevorderlijk kan zijn’. Dit initiatief kwam voort uit mededogen met de in 1882 in Amsterdam geboren Louisa van Geijtenbeek – wie???? even geduld a.u.b. – die ruim een eeuw internationaal furore maakte als de revuester Louisette. Begin jaren zestig wijdde Henk van der Meijden in De Telegraaf een Privé-pagina over deze eenzame, volledig verwaarloosde vrouw die haar armoedige dagen sleet in een vervuilde woning in de Haarlemmermeerstraat.
Maar dat is een ander verhaal. Tegenwoordig hoeven acteurs, cabaretiers, zangers of muzikanten niet langer armlastig te zijn om in aanmerking te komen voor de Blijvend Applaus Prijs. Het gaat om hun grote, blijvende verdiensten. Sinds 1997 viel de prijs – een bronzen sculptuur van Iris Le Rütte, een geldbedrag van 7.500 euro (toch lekker!) en een feestelijke hommage – ten deel aan Drs. P, Lex Goudsmit, Herman Krebbers én Theo Olof (samen), Ramses Shaffy, Elisabeth Andriessen, Adèle Bloemendaal, John Kraaijkamp senior, Piet Noordijk, Ellen Vogel, Paul van Vliet, Peter Koelewijn, Ingeborg Elzevier, Mini & Maxi, Jard van Nes, Henny Orri, Jenny Arean, Ack van Royen, Hans Dagelet, Herman Finkers, Willeke Alberti, Jan Joris Lamers, Waardenberg & De Jong en Bart Schneemann.
Eerlijkheid gebiedt me dat ik moest opzoeken wie Bart Schneemann was, de man die de prijs vorig jaar kreeg. Hij is hoboïst, dirigent en artistiek leider van het Nederlands Blazersensemble, ontdekte ik via wikipedia… Tja… Maar ik denk toch: als Peter Koelewijn de prijs al kreeg, Maatschappij Discordia-theatermaker Jan Joris Lamers en de jazz-trompettist Ack van Royen, dan werd het toch wel de hoogste tijd dat Hans Croiset op zijn negentigste eindelijk eens werd onthaald op ‘Blijvend Applaus’. Wat zeg ik? De hoogste tijd? Die prijs had hij allang moeten ontvangen. Trouwens, hetzelfde geldt voor Anne-Wil Blankers, ook aanwezig op de feestelijke uitreiking.
‘Applaus? Daar deed jij het toch niet voor?’
Acteur, schrijver en regisseur Edwin de Vries haalde bij de uitreiking aan wat Hans Croiset zelf schreef in zijn autobiografie Badhuisweg: “Applaus? Daar deed jij het toch niet voor? Je bent toch niet aan het toneel gegaan om te buigen?” Je hóórt het Hans Croiset zeggen, met die ietwat hoge uithalen van verontwaardigdheid. De Vries, zelf de zoon van de ooit zo beroemde acteur Rob de Vries, haalde in zijn speech aan dat Max Croiset – de vader van Hans en Jules Croiset en zelf ooit een grootheid in de vaderlandse toneelwereld – het volgende advies aan zijn zoon Hans gaf: ‘Je kan beter vrachtwagenchauffeur worden’.
Wat fijn voor ons allemaal dat Hans Croiset geen gehoor heeft gegeven aan dit advies. Hij en zijn jongere broer Jules genoten geen opleiding aan een toneelschool, ze kregen les van hun vader en Hans kreeg les van Bob de Lange. Weer zo’n in rook vervlogen toneelgrootheid.
In 1953 begon Hans Croiset op zeventienjarige leeftijd als volontair aan het Rotterdams Toneel. Daar speelde hij eerst kleine rolletjes, zoals Ordulf (geen idee welke rol dit is) in Hendrik IV, bediendes, bodes, figuranten en ‘die Cnape’ en ‘den Gheselle’ in Manriken van Nieumeghen. Maar na twee jaar speelde hij al grotere rollen in onder meer Bruid in de morgen van Hugo Claus en Treplov in De Meeuw van Tsjechov. Daarna ging het louter bergopwaarts. Het duurde ook niet lang tot hij ook ging regisseren.
Het woord staat altijd centraal bij Hans Croiset
Theatermaker en voorheen ook acteur Theu Boermans was een van de sprekers die Hans Croiset ‘mijn toneelvader’ noemde. Hij memoreerde dat het bij Croiset toch vooral draait om repertoiretoneel. Boermans noemde Shakespeare en Tsjechov, maar ook Vondel speelt een hoofdrol in zijn leven. Croiset schreef zelfs een boek, getiteld Ik, Vondel. “Het woord staat altijd centraal bij Hans Croiset”, zei Boermans. “Wat wil de tekst zeggen?” Hij benadrukte, zoals meerdere sprekers, dat Hans Croiset aan de basis stond van de omwenteling in het Nederlands toneel. Hij sloot zijn ontroerende toespraak af met de woorden: “Hans Croiset verdient blijvend applaus tot het einde der tijden.”
Hear, hear! Want Hans Croiset is niet alleen toneelspeler en regisseur, hij was ook onvermoeibaar als artistiek leider. In 1964 werd hij artistiek directeur van Toneelgroep Theater in Arnhem, hij richtte in 1971 het Publiekstheater op, in 1988 richtte hij Het Nationale Toneel en in 1996 het onafhankelijke theatergezelschap Het Toneel Speelt op. Deze groep richtte zich vooral op ouder en nieuw Nederlands repertoire; van Vondel tot Maria Goos. Bovendien is Hans Croiset bij een groot publiek bekend(er) van zijn rollen in de de tv-series Oud geld, Dokter Deen en van 2019 tot 2023 vader Lodewijk in de gevierde serie Oogappels.
Radicale empathie
Ramsey Nasr, die zijn zoon speelde in Oogappels, sprak de laureaat liefdevol toe: “Hans, je verdient deze prijs voor jouw vermogen om blijvend te raken en blijvend geraakt te worden. Je lijdt aan radicale empathie, boort de andere aan in onszelf. Als een acteur werkelijk goed speelt, dan je niemand na. Soms wint de mens, soms wint de rol.” Nasr beschreef in zijn geestige toespraak wat er gebeurde tijdens een scène die later de meest geliefde scène uit Oogappels werd. Ik bedoel de scène waarin Nasr in zijn rol als Erik aan het sterfbed zit van zijn vader: “Hans mompelde nog enkele laatste woorden en sloot zijn ogen”, zei Nasr. “Ik barstte in mijn rol als zoon in snikken uit, de camera reed uit en net voordat regisseur Will Koopman ‘cut’ kon roepen, ging Hans rechtop in bed zitten en zei nadrukkelijk tegen mij: ‘Ik vind het zó erg voor je.’ Hij wist namelijk dat mijn moeder een week eerder was overleden. Kortom, de scène moest over.”
De hele middag klonk de loftrompet, geblazen door onder anderen theatermaker Gerardjan Rijnders (“Hans laat de mensen denken dat het allemaal vanzelf gaat”) en actrice Johanna ter Steege, die met hem speelde in De vader – Hans Croiset kreeg voor die rol zijn tweede Louis d’Or – en Het oog van de storm. Ter Steege vertelde nog maar eens dat Croiset altijd ziek van nervositeit is voordat de voorstelling begint. Wonderlijk om dat weer eens te horen; ervaring kan die gevoelens dus niet onderdrukken. Zijn zoon en ook acteur Julien Croiset vertolkte ‘pour vous, Papa’ in het Frans Hier encore, het beroemde chanson van Aznavour, met Ed Spanjaard aan de vleugel. Spanjaard begeleidde ook twee liederen, gezongen door de klassiek geschoolde zangeres Johanette Zomer en het cabaretduo Maartje & Kine brachten twee geestige liedjes ter ere van de Blijvend Applaus-laureaat.
‘Ging dat allemaal over mij?’

Agaath Witteman, Hans Croiset en Jaap Koster, voorzitter van de Stichting Blijvend Applaus (foto Martijn Mulder)
Heel mooi was het dankwoord van Hans Croiset, die à l’improviste zei dat hij eigenlijk niet wist wat hij meemaakte: “Ging dat allemaal over mij? Alles wat ik heb gedaan kwam alleen maar uit twijfel voort.” Hij benadrukte dat hij dit allemaal niet had kunnen doen zonder zijn vrouw, de regisseur Agaath Witteman. De twee traden in 1962 in het huwelijk: ‘Alles wat ik wilde is door Agaath omgezet in realiteit.’ Hij zei ook dat hij altijd toneel speelt en maakt om te onderzoeken wat de schrijver wil zeggen: “Ik wil zijn of haar tekst door mijn ziel laten gaan”.
Hij refereerde er nog even geestig aan dat hij nog eens goed ging nadenken over de term ‘radicale empathie’; de eigenschap die hem door Ramsey Nasr was toebedeeld. Hij noemde Het Toneel Speelt ‘de kers op de taart’, hamerde op het belang van repertoiretoneel en zei: “Mijn manier van ouder worden is ik mijn werk laat reageren op de veranderingen en de actualiteit. Het mooiste is toneel wanneer toeschouwers in metaforen gaan geloven. En dat ze mensen prettiger met elkaar omgaan”.
Hij eindigde zijn speech dat hij ‘er best trots op was dat hij erdoorheen was gekomen. En dan komt nog Ubu bij Toneelgroep Altstadt en met Liefesbrieven op tournee met Anne-Wil Blankers… wat wil je nog meer’.
Mijn cadeau voor Hans Croiset
Na afloop van de hommage had ik een cadeau voor Hans Croiset: een tekening die mijn vader Cees Bantzinger in 1977 van hem maakte in zijn rol van Trofimov in De Kersentuin. Hij speelde deze rol bij het Publiekstheater, waar mijn vader vaak ging tekenen. Ik liet hem de tekening zien en Croiset zei enigszins verbaasd: ‘Oh? Die houding herinner ik me helemaal niet’. Het was een soort ‘planking-avant-la-lettre’-houding. Het hele lijf stijf tegen een stoel geleund. En de destijds 42-jarige Hans Croiset zeer herkenbaar.

Cees Bantzinger tekende Hans Croiset in 1977 in de rol van Trofimov in De Kersentuin van Tsjechov bij het Publiekstheater
Ik vroeg nog of ik vanwege alle drukte in de foyer van de Kleine Komedie de vrij grote tekenmap aan zijn zoon Julien zou geven. Daarop reageerde de voormalig leider van gezelschappen pottig en als vanzelfsprekend: ‘Nee! Aan mij!’ En hij beende met de map onder zijn arm weg naar een klaargezette stoel, waar iedereen hem kwam feliciteren. Ik feliciteer je ook, Hans Croiset, in bewondering. Wat ben ik blij dat ik je zo vaak heb zien spelen; binnenkort weer met Anne-Wil. Ik draag jou en je familie een warm hart toe.




