Simone Kleinsma blikt met liefde achteruit
Vooruit, de nieuwe voorstelling van Simone Kleinsma en Paul Groot (t/m 4 april 2026 op tournee), is puur, intiem en authentiek. Zowel Kleinsma als Groot spelen zichzelf, ze zijn volledig op elkaar ingespeeld en delen het toneel met groot gemak en tevredenheid. Ze geven een brevet van vakmanschap. De twee leerden elkaar goed kennen toen ze de hoofdrollen speelden in de musical De Hospita. Zij speelde een verlopen revuester, hij haar huisgenoot en haar couturier van weleer. De Hospita was speciaal voor Simone Kleinsma geschreven ter gelegenheid van haar vijftigjarig jubileum, bedacht door Joop van den Ende en ging in december 2023 in première.
Deze musical was waanzinnig succesvol met louter uitverkochte zalen en telkens weer extra voorstellingen tot eind 2024. Er ware steeds weer verlengingen, wegens succes. Veel langer dan gepland. Het klikte als een tierelier tussen de hoofdrolspelers. Het was de bedoeling dat Simone Kleinsma na de musical dit seizoen weer een solo zou spelen met de titel Vrolijk verder; een vervolg op haar eerdere solo Verder. En het was de bedoeling dat Paul Groot na zijn successen in het theater en op de televisie eindelijk ook een langverwachte solo zou gaan spelen, met de werktitel Casco. Maar het liep anders; ze gingen samenwerken.
Het garagebedijf De Econoom
Hun voorstelling Vooruit gaat over herinneringen van Kleinsma. Ze gaat terug naar haar jeugd in Amsterdam, haar ouders, ze mijmert over hun en haar dromen. De voorstelling bestaat uit persoonlijke terugblikken van Kleinsma. Mijn enige punt van kritiek is dat de voorstelling Vooruit heet, terwijl ze met liefde alleen maar ‘achteruit’ blikt. In het krachtige openingslied van Jan Beuving en Rutger de Bekker zingt ze dat je maar één kant op kunt: vooruit: “Tijd gaat alleen maar vooruit./ Nog nooit is er op aarde één seconde gevonden die achterwaarts verstreken is”. Toch merkwaardig dat ze vervolgens helemaal niet vóóruit kijkt.
Vooruit speelt zich af op en rond het Frederiksplein in Amsterdam, waar ooit het garagebedrijf van de vader van Simone Kleinsma was gevestigd. Als ze hier weer eens loopt, denkt ze terug aan haar jeugd, haar ouders en de tijd van weleer. Ik wist al dat die plek een grote rol speelt in haar leven.
Toen ik haar in november 2002 – zeventien jaar geleden – interviewde voor de rubriek Mijn Amsterdam in Het Parool, antwoordde ze op de vraag wat haar mooie herinnering was: “Mijn vader had aan het Frederiksplein een garage. De Econoom. Daar heb ik heel wat kindervoetstapjes liggen. Ik vond de benzine altijd zo lekker ruiken. Dat was de plek van mijn vader. De garage bestaat allang niet meer. Maar ik kijk nog altijd even om als ik langs kom”.
In december 2023 zei ze, ook in Het Parool, in een interview met Robert Vuijsje: “Mijn vader had een garage met een pomp, op het Frederiksplein. De hoek van de Utrechtsestraat. Op de ene hoek zit nog steeds café Oosterling, dit was de andere hoek. Iedere keer dat ik erlangs kom, kijk ik wat er in dat pand zit, het is steeds iets anders. Ik ging vaak mee om mijn vader te helpen, dat vond ik zo leuk. Die geur van benzine. Als ik het nu ruik, denk ik meteen aan hem.” In de voorstelling wordt niet vermeld dat de garage De Econoom heette. Een gemiste kans, want op het Frederiksplein verrees later De Nederlandsche Bank. Economischer kan niet.
Haar vader noemde haar ‘Simon’
Aan het begin van de voorstelling zegt Simone Kleinsma, leunend op een Esso benzinepomp, ook weer dat ze de geur van benzine nog altijd lekker vindt. Dat maakt de voorstelling zo authentiek. In het decor van Jantje Geldof blijft de benzinepomp prominent aanwezig, met op de achtergrond grote foto’s van de Utrechtsestraat van weleer. Mooi is dat Simone Kleinsma de hele avond basic gekleed gaat in een pak van Cocky van Huykelom. Paul Groot heeft meer verkledingen dan zij. Hij is stijlvol gekleed in de rol van Han Kleinsma, de vader van Simone. Ze beschrijft dat hij ‘de flair van Errol Flynn’ had. Mooi authentiek is dat hij zijn dochter consequent ‘Simon’ noemt. Simone zegt: “Jij was de enige die me zo noemde”.
In de voorstelling wordt gememoreerd dat Han en Lien Kleinsma, de ouders van Simone, lid waren van de operettevereniging DOS; oftewel De Operette Spelers. Ze zongen allebei graag en Simone kreeg de liefde voor zingen en theater met de paplepel ingegoten. Ze kocht in haar jeugd platen bij Concerto in de Utrechtsestraat, bijvoorbeeld Sergeant Pepper’s Lonely Heart’s Club Band van The Beatles, waarvan ze een stukje When I’m 64 zingt. Ze vraagt haar vader waarom hij toch zomaar op een dag stopte met zingen. Zijn lust en zijn leven. Hij zegt dat hij, terwijl hij aan een auto stond te sleutelen, dacht: ‘dit is niet het moment om mijn dromen na te jagen. Mijn dromen najagen, dat doen mijn kinderen maar voor me’. Aan het einde van de voorstelling vraagt Simone hem of zij zijn dromen heeft waar gemaakt. Vader Kleinsma zegt: ‘Ruimschoots’.
De voorstelling is bedacht door Ruut Weissman – hij regisseerde de voorstelling – en Simone Kleinsma zelf. Veel vooraanstaande schrijvers en muzikanten werkten mee. Van Frank Houtappels tot Jurrian van Dongen, Paul Groot en André Breedland, Yentl & De Boer. Er zijn nieuwe liedjes, maar ook ouder materiaal, zoals chansons en schlagers in al bestaande vertalingen en bewerkingen van onder anderen Ivo de Wijs, Simone Kleinsma zingt het wonderschone liedje Een jongere versie dat Theo Nijland in 2017 schreef. De voorstelling is gewoon één bonk kwaliteit; aan alle kanten. Noemenswaardig is het driemanscombo onder leiding van toetsenist Menno Theunissen, met Frank Vermast (trompet/bugel/percussie) en Timothy Brandsen (contrabas/cello). Zij vormen de perfecte begeleiding voor de twee spelers, met het sfeervolle Miles Davis-achtige trompetgeluid van Frank Vermast. Gelukkig staat Kleinsma uitvoerig stil bij ‘haar’ muzikanten en ze stelt hen duidelijk voor.
De veelzijdige Paul Groot
Paul Groot heeft een dienende rol, want alles draait in deze voorstelling om Simone Kleinsma. Maar zijn rol is zeker niet klein. Hij laat opnieuw zien hoe veelzijdig hij is. Groot speelt een vuurvreter die bij de jeugdige Simone aan de pomp altijd een jerrycan benzine kwam kopen. Hij speelt een goochelaar en zingt in een eigen bewerking mooi de oorspronkelijk Duitse klassieker Huis aan zee. De reden waarom hij dit zingt is me een raadsel, maar het is een mooi lied in de show. Hij zingt ook prachtig Leven van de wind, oorspronkelijk Une vie de rien van Julien Clerc en Carla Bruni Tedeschi (dat is de vrouw van Nicolas Sarkozy, ooit de president van Frankrijk). Dit lied gaat over hoe belangrijk de liefde is: ‘Ik kan leven van de wind./ Ik blijf in bed met jou.’ (een bewerking van Ivo de Wijs uit 2007).
Een van de nieuwe, o zo indrukwekkende liedjes, gezongen door Kleinsma, is De meisjes van de straat, dit jaar geschreven door Yentl & De Boer. Kleinsma zingt dat ze haar eigen spiegelbeeld in de etalageruiten van de Utrechtsestraat ziet. Ze bezingt dat de meisje van de straat vroeger zichzelf ook in die winkelruiten weerspiegeld zagen; de Utrechtsestraat en het Frederiksplein waren vroeger bekend als een hoerenbuurt. En ze zingt over een meisje dat zichzelf weerspiegeld ziet in de hoop dat ze ’s nachts veilig thuis zal komen: ‘Je houdt je sleutel in je hand,/ je komt in de krant’. De associatie met de eerder dit jaar vermoorde Lisa ligt voor de hand. Indrukwekkend.
Fijne nostalgie
Simone Kleinsma mijmert verder over de Joodse winkel Mouwes, met de lekkerste gemberbolussen: “Soms stond de tram stil, midden in de Utrechtsestraat, omdat de conducteur een bolus ging kopen”. Ze vertelt dat haar vader veel te vroeg stierf en dat haar moeder nooit meer een andere man had. Voordat haar vader doodging, liet hij zijn vrouw beloven dat ze altijd zou blijven dansen: ‘kleinbehuisd dansen’, zoals hij het zelf noemde. Kleinsma zegt dat haar moeder werd gedragen door de mensen om haar heen, maar ze betwijfelt of ze zelf wel genoeg aandacht aan haar moeder heeft besteed na de dood van haar vader. Ik dacht onbewust aan Simone zelf, die sinds de onverwachte dood van haar man Guus Verstraete in 2017 wordt geweldig wordt gesteund door de mensen om haar heen. Ondertussen is Simone Kleinsma zo sterk. Bewonderenswaardig.
Haar ouders gaven haar het advies: ‘Blijf bij jezelf, dan komt alles goed’. In de voorstelling valt ook het nodige te lachen, maar de algehele sfeer is nostalgie. Fijne nostalgie. Simone zingt: ‘Nu ik weet dat het eindig is, sta ik dichter bij de bron’. In het interview in Het Parool met Robert Vuijsje in 2013 antwoordde ze op zijn vraag hoe het is om 65 te worden: “Raar. Maar vijftig was ook vreemd, en zestig. Over vijf jaar word ik zeventig. Pardon? Een pensioen bestaat niet in dit vak. Ik voel me blij en gezegend dat ik mijn passie mag blijven uitvoeren.” Ga zo door, Simone en Paul. Jullie vormen een gedroomd duo.
Vooruit, gezien 6 april in het DeLaMar (aldaar terug 12, 13 en 14 december), met Simone Kleinsma en Paul Groot. Concept Simone Kleinsma en Ruut Weissman (regie), schrijvers en componisten nieuw materiaal Frank Houtappels, André Breedland, Jan Beuving, Jurrian van Dongen, Peer Wittenbols, Paul Groot, Yentl Schieman en Christine de Boer, Rutger de Bekker en Rutger Laan, combo Menno Theunissen (muzikaal leider/toetsen, Frank Vermast (trompet/bugel/percussie) en Timothy Brandsen (contrabas/cello), choreografie Daan Wijnands, scènefoto’s door Set Vexy, portretfoto Simone Kleinsma door Govert de Roos, rode loperfoto door Roy Beusker. Deze productie van Medialane Theater (Iris van den Ende en Miel Gouda) is tot en met 4 april 2026 op tournee. Zie voor informatie en kaarten: www.simonekleinsma.nl