Wim Sonneveld Vereeuwigd; zo heet de expositie die nog tot medio januari 2018 gratis te bezoeken is in de Centrale Hal van het Stadsarchief Amsterdam. Sonneveld werd een eeuw geleden geboren, hij overleed 43 jaar geleden, maar hij is en blijft springlevend. Het Maria Austria Instituut eert de veelzijdige Sonneveld met een fototentoonstelling, aangevuld met memorabilia uit het archief van Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam en de nalatenschap van Wim Sonneveld. De samensteller is Frank Jochemsen, de maker van de brievenbundel Niemand dan wij die uitkwam op 28 juni jongstleden; de honderdste geboortedag van Sonneveld. Marit van der Meer gaf de tentoonstelling even fraai als strak vorm: de grote foto’s hangen midden in het gangpad van de hal. Ze zijn aan draden opgehangen in dikke zwarte kaders, zodat het geheel een cartooneske aanblik krijgt.

Bij een opvallend, door Frits Lemaire gemaakt portret, waarbij Sonneveld een golvende molensteenkraag draagt, denk je geamuseerd: het lijkt wel een lampenkap… Op meer foto’s uit dezelfde serie zie je dat Sonneveld echt heeft zitten fröbelen met de plissé kap van een bureaulamp. Lemaire maakte de foto voor het tijdschrift Vizier. Cor Dokter schreef erbij: “Je moet er maar op komen! Wat zit er nu in zo’n schrijftafellamp? Ja, voor u zit er misschien niets in en voor ons niet. Want om te ontdekken wat er wél in zit, daarvoor moet je Wim Sonneveld heten!” Sonneveld gebruikte de lampenkapkraag in 1952 in een nummer in zijn theaterprogramma Het meisje met de grote voeten en in 1959 nogmaals tijdens een optreden voor de BBC.

Andere foto’s zijn gemaakt door gerenommeerde fotografen als Paul Huf, Jutka Rona, Maria Austria, Sem Presser, Philip Mechanicus, Bert Sprenkeling en Theo Noort. Laatstgenoemde is van hen de enige die nog in leven is. Van hem wordt een kleurenfoto uit 1967 geëxposeerd van een opmerkelijk ontspannen Wim Sonneveld, die in een grasveld ligt met een bloem in zijn mond. Noort maakte de foto voor de platenmaatschappij Phonogram. De foto diende voor de hoes van een elpee. Andere foto’s laten Sonneveld zien als artiest op het toneel (een foto uit 1959, ook van Frits Lemaire, met – toch verrassend – de 27-jarige Hans van Manen in het ensemble), poserend voor publiciteitsfoto’s, in de kleedkamer – Philip Mechanicus portretteerde hem in 1965, terwijl hij voor de spiegel zijn ogen aan het opmaken is – en er hangen indringende portretten.

Vooral indringend is een close-up van Nico van der Stam. Deze enorm grote foto is overdonderend – bám! – ‘in his face’. De foto is gemaakt circa 1968 (Van der Stam was zeer slordig in het dateren van zijn werk). Henk van der Meijden gebruikte een foto uit deze serie in De Telegraaf in 1974 na een interview met Sonneveld. De journalist had de cabaretier gesproken terwijl hij in het ziekenhuis lag na een hartaanval. Het ging weer goed met Sonneveld, schreef Van der Meijden op zijn Privé-pagina. Hij zat vol nieuwe plannen. Sonneveld overleed echter op dezelfde ochtend dat deze krant bij mensen op de mat viel: 8 maart 1974.

En dan die ogen, altijd weer die lichtgevende, blauwe ogen! Wat waren die mooi! Dat zie je ook op grofkorrelige zwart-witfoto’s van Jutka Rona. Zij fotografeerde Sonneveld in 1972 recht van voren, maar ook van opzij en van achteren. Zoals Jenny Arean het formuleert: “Zelfs in zwart-wit kan je zien hoe doorzichtig blauw zijn ogen waren”. Verrassend is de foto uit 1949 van Sem Presser: Sonneveld met zijn ensemble in Parijs in de studio van de Franse pantomimespeler Marcel Marceau. Ze repeteerden daar voor de voorstelling Wij spelen pantomime. Op de foto zie je het hele ensemble aan de balletbar, terwijl ze gracieus diep achterover buigen: Sonneveld zelf, Hetty Blok, Cruys Voorbergh, Lia Dorana, Luc Lutz, Lia Dorana en Guus Verstraete senior.

Een bezoek aan de expositie is ook zeer de moeite waard vanwege de ontroerende inhoud van de vitrines. Daar liggen onder meer de originele hoofdbellen en de tamoerijn die hij droeg als Nikkelen Nelis, zijn schminkkoffer, diverse plaksnorren, de rossige toupet die hij enige tijd droeg, de bef van Frater Venantius en verder de strooien hoed en toverstok die hij droeg tijdens Moeder, ik wil bij de revue. Wim Sonneveld blies op 8 maart 1974 op 56-jarige leeftijd zijn laatste adem uit, maar deze tentoonstelling is de weerslag van een wonderbaarlijk fenomeen: Wim Sonneveld lééft!

Wim Sonneveld Vereeuwigd is tot en met 14 januari 2018 in de Centrale Hal van het Stadarchief Amsterdam (Vijzelstraat 32, Amsterdam). Foto’s bij dit artikel: uitgelichte afbeelding Frits Lemaire en verder Theo Noort, Maria Austria en Paul Huf. Open di t/m vr 10.00-17.00 uur, za zo 12.00-17.00 uur. Gratis te bezoeken. Zie: www.amsterdam.nl/stadsarchief/agenda