Mylou Frencken is teder over minnaressen
Minnares, zo heet de nieuwe voorstelling van Mylou Frencken. De première was in haar eigen Theater De Liefde in Haarlem en de tournee eindigt dit seizoen op 25 mei in Klein Bellevue. De première was toevallig precies twee jaar nadat cabaretiers en andere theatermakers in het hele land optraden onder het mom dat theaters kapsalons waren. Kapsalons mochten twee jaar geleden namelijk wél open, maar theaters niet. Weet u nog? Vannwege de coronamaatregelen.
Mylou Frencken was destijds een van de gangmakers van het kappers-artiestenprotest. In Theater De Liefde stond 19 januari 2022 een kappersstoel op het toneel. Mensen konden worden geknipt, terwijl naast de stoel onder anderen Brigitte Kaandorp, Niki Jacobs en Lucretia van der Vloot optraden. Frencken benadrukte twee jaar geleden dat het echt om een protestactie ging. “Niets doen is geen optie.” Op de vraag waarom de cultuursector zich vrij lang stilgehouden had over de maatregelen zei Frencken dat ze dacht dat de sector ‘een beetje braaf’ was.
Uit de sfeer van ‘vreemdgaan’
In Minnares profileert Frencken (57) zich als een vrouw die beslist niet braaf is. Na haar vorige voorstelling, die Meisje heette, probeert ze het begrip ‘minnares’ te definiëren. Een minnares is volgens haar een vrouw die bemint, die één is met haar seksualiteit, die kiest voor zichzelf. Ze wil het woord uit de sfeer van ‘vreemdgaan’ halen. Ze constateert dat een minnares de kunst van het liefhebben beheerst, (volgens mannen) nooit hoofdpijn heeft, haar eigen pad bewandelt, gevat is (net als Marilyn Monroe), zich vrij voelt en lekker in haar vel zit.
Sinds 2018 is Mylou Frencken gelukkig getrouwd met de journalist en programmamaker Frénk van der Linden. Eerder was haar man de cabaretier en regisseur Bert Klunder. Hij werd in januari 2006 op vijftigjarige leeftijd getroffen door een hersenbloeding tijdends de tournee van zijn soloprogramma Leuke dingen waar je overheen kijkt; wie en wat er allemaal deugt. Een vrolijke avond met Bert Klunder. Hij overleed op 14 juni 2016 aan de gevolgen van een tweede hersenbloeding. Hun destijds tienjarige dochter heeft de prachtige naam Madelief.
Ervaringsdeskundige
Mylou Frencken portretteert zichzelf in de voorstelling en in interviews als een vrouw die aardig wat ervaring heeft als minnares. Ze is in het verleden door menig huwelijk ‘gefietst’, zoals ze het noemt. Ze was minnares van een pianoleraar, een makelaar en meer oudere mannen. Ze had die tijd nooit willen missen, zegt ze met een dromerige blik in haar ogen. Achter haar op het toneel prijken schilderijen die ze zelf maakte van beroemde minnaressen, zoals Monica Lewinsky en Françoise Gilot. Maar ook van zichzelf terwijl ze naakt voor een zojuist geopende ijskast staat; klaar om die te plunderen.
Ze zingt mooie liedjes, waarvoor ze zelf de muziek en de tekst schreef. Het zijn authentieke, melodieuze liedjes over hoe ze in bed ligt met haar geliefde: “We ruiken allebei naar Spicy Orange Blossom: “Het wordt steeds warmer en heter en beter” Ze eindigt het liedje echter met de tekst “Maar zo gaat het nooit”. Het thema van de voorstelling komt voorbij in een ander liedje: “Alles wat ik wil, is teder zijn”. Maar later zingt ze: “Maar wat ik doe, is wreder zijn”. Ze zingt een lekker bossa nova-nummer met het terugkerende zinnetje: “Het komt door mij”. En ze zingt een spitsvondig liedje over Françoise Gilot, ooit de minnares en speelbal van Pablo Picasso. In het liedje rijmt diens naam op ‘echt, het was zo’. Later rukte Gilot zich los van haar tirannieke minnaar om zelf naam te maken als kunstenaar. Lekker puh! Haar door Mylou zelf geschilderde portret hangt in louter blauwtinten in het decor.
De rode sok als rode draad
Frencken vraagt zich in de voorstelling af of er in de ogen van menigeen een bedenkelijker mensensoort dan een minnares: “Je bent het geheime genot van iemand. Hoe leuk is dat? Is een minnares een slechte vrouw of zoals wij allemaal ons wel eens gedragen als mens?” Tussen de liedjes en de verhalen door leest ze voor uit een groot dagboek. De cover van het boek is een door haar gemaakt schilderij van een rode sok met daarin het silhouet van een naakte vrouw. Ze leest voor dat ze een rode sok vond tussen het wasgoed. Die sok was niet van haar en niet van haar man. Dus van wie dan wel? De rode sok wordt een rode draad in de voorleessessies die volgen.
Bij elk verhaal uit het boek wordt duidelijker dat de vriendschap tussen haar man en de huishoudster verdacht is. Of vergist ze zich? Ik vind het jammer dat Frencken telkens een nogal onflatteuze leesbril opzet wanneer ze het dagboek ter hand neemt. Kunnen de letters niet groter worden geprint? Daar lijkt het boek groot genoeg voor. En dan nog iets: wanneer ze zingt, gebruikt ze een handmicrofoon. Wanneer ze het publiek toespreekt, dingen vraagt of stellingen oppert, wordt haar stem versterkt door een zendmicrofoon. Deze vervormt haar stem enigszins en Frencken vroeg tijdens de première zelfs aan haar geluidstechnicus of de galm er een beetje af mocht. Maar ik dacht: Theater De Liefde is een intiem theater en de andere theaters op de speellijst zijn geen theaters van de omvang van Carré. Het is vast mooier en intiemer wanneer ze haar spreekteksten – zonder muziek eronder – zonder die vermaledijde zendmicrofoon over het voetlicht brengt. Misschien suggereer ik het onmogelijke, maar dat moet toch kunnen? Het lijkt me een meerwaarde wanneer haar stem akoestisch klinkt. Dan kunnen de liedjes, zoals ze nu ook al doet, gewoon worden versterkt met de handmicrofoon, nie’waar?
Van Monica Lewinsky tot ‘plompzakken’
De voorstelling gaat verder over vrouwen die omhoog beminnen en mannen die naar beneden beminnen. Er is een fraai lied over Monica Lewinsky, getiteld Verrek, ’t is ’m. Over hoe Monica, nadat ze ‘als een phoenix uit de sigarenas is herrezen’, in een restaurant zit en Bill Clinton ziet binnenkomen: verrek, ’t is ‘m. En wat doet ze dan…
Frencken memoreert dat zij zelf vast ook voor de charmes van de president was gevallen: “Ik had wel gezorgd dat we de liefde niet hadden bedreven ónder het bureau. Maar er bovenop”. Ze beeldt geestig uit hoe haar gedrag verandert, als ze vanwege een gebroken hart een harttransplantatie ondergaat en het hart van een trucker krijgt. Met als moraal: “Wees blij met het hart van je eige’”. Er komen een hele rij seksuele handelingen voorbij. Er is een absurde uitleg wat ‘plompzakken’ betekent en dat die term uit de visserij afkomstig is. Voor wie het niet weet (vast iedereen): ‘plompzakken’ is een vorm van geslachtsgemeenschap zijn, waarbij de man niet alleen zijn penis, maar ook zijn scrotum inbrengt in de vagina van de vrouw.
De trilogie wordt mogelijk een ’triple M’
Mylou Frencken zei in een groot interview met Het Parool dat Minnares na Meisje de tweede voorstelling is van een trilogie. Helaas vroeg Parool-journalist Lorianne van Gelder niet of ze al wist waarover het slot van de trilogie ging. En of ze wellicht al een werktitel had. Ik vroeg het wel en Frencken liet me weten dat ze nog twijfelt tussen Moeder en Meesteres. Ze zei: “Ik vind Meesteres wel erg streng klinken en Moeder juist weer niet bijster spannend. Maar de thematiek van al dan niet kunnen zorgen voor en boven de materie kunnen staan, die spreekt me wel aan. En die heeft met beide titels te maken”. Dat wordt dus, qua titels, een Triple M. Ga zo door, Mylou. Je bent goed bezig!
Minnares, gezien 18 januari 2024 in Theater De Liefde in Haarlem. Tekst, muziek, zang en piano Mylou Frencken, gitaar Martijn Buijnster, bas Ton Nieuwenhuizen, viool Moniek de Leeuw, regie/coaching Leoni Jansen, decor Ellen Jansen, fotografie Rob Ouwerkerk (scènefoto’s) en Rob Goudeketting (foto’s uit de zaal en de selfie met A-R). Minnares is een eigen productie van Mylou Frencken. Zie www.myloufrencken.nl voor de speellijst met voorstellingen tot en met 25 mei. De laatste voorstellingen van dit seizoen zijn 24 en 25 mei in Bellevue, waarna nog enkele voorstellingen volgen in september, oktober, november en december.