Er is een Amsterdammer doodgegaan. Op 2 mei 2015 publiceerde Het Parool een van de mooiste Mijn Amsterdammen die ik ooit maakte. Met Jules Schelvis, toen 94, een van de weinige overlevenden van Sobibor en gisteren overleden. Het was de Mijn Amsterdam die de meeste reacties ooit losmaakte, want er bleken de daaropvolgende maandag tientallen mensen met hem naar het Rijksmuseum te willen (zie zijn antwoord ‘favoriet museum’). Hij ging een week later met fotograaf Daniel Cohen naar het Rijks en ze kregen een welverdiend vorstelijk onthaal. (foto Iris Bergman, vandaag ook weer afgedrukt in Het Parool bij zijn Ten Slotte). Er is een Amsterdammer doodgegaan (vond hij het mooiste lied over Amsterdam).
Hij wilde aanvankelijk helemaal geen interview. Hij was er klaar mee om met de pers over de oorlog te praten. Toen ik zei dat het gesprek over Amsterdam ging, wilde hij het overwegen. Tenminste, nadat hij voorbeelden van de pagina had gezien. En ja, toen wilde hij, want het ging over zijn geliefde Amsterdam. Hij praatte zo mooi over zijn stad, niet alleen over het verleden. Ook over Amstelveen. En over zijn ontmoeting met Willem-Alexander bij de première van ‘Er reed een trein naar Sobibor’. En natuurlijk over het grote verdriet. Wat zijn grootste gemis was? Jules Schelvis: “Daar geef ik geen antwoord op. Want dan ga ik janken.” Verder zo positief. Ik dacht dat ik niet over  een favoriete vervoermiddel hoefde te beginnen bij iemand van 94. Maar hij zei uit zichzelf: “Mijn dochter heeft liever dat ik niet meer autorijd, maar hoe haal ik anders de dagelijkse boodschappen in huis…. Met de Fiat Panda” Op z’n 94ste ! Ja, er is een bijzondere en een bijzonder charmante Amsterdammer doodgegaan. Rust in vrede, Jules Schelvis

p.s. Het Parool heeft ook ontdekt dat hij in Mijn Amsterdam stond en dat iedereen met hem naar het Rijks wilde…. Zeer terecht dat hij de cover van de PS siert… Alleen jammer dat ik niet meer besta, maar ja…