Eindspel: spel, spel en nog eens spel

Eindspel

Samuel Beckett (The Jane Brown Literary Estate / National Portrait Gallery London)

Het toneelstuk Eindspel van Samuel Beckett ging op 3 april 1957 in wereldpremière; precies twee jaar voordat ik werd geboren. Beckett was toen al wereldberoemd dankzij zijn toneelstuk Wachten op Godot, dat hij in 1953 oorspronkelijk in het Frans schreef: En Attendent Godot. Hij schreef Eindspel ook in het Frans; het stuk heette bij de eerste voorstelling Fin de Partie en het werd in het Frans gespeeld tijdens de wereldpremière in The Royal Court Theatre in Londen. Als je dat voor elkaar krijgt, ben je een hele Grote, met een hoofdletter G. En dat was Samuel Beckett.

“Geen toevalligheden”

De in Dublin geboren Beckett (1906-1989) was onaantastbaar, een godheid in de wereld van kunst en cultuur. In 1969 kreeg hij de Nobelprijs voor Literatuur, vooral voor de manier waarop hij ‘de armoede van de moderne mens’ beschreef. Zijn meesterwerken Wachten op Godot en Eindspel zijn allebei raadselachtige stukken over mannen die wachten, wachten, wachten op… tja… waar wachten ze op? Ze praten en herhalen zichzelf voortdurend, drentelen en lummelen, kibbelen en bungelen tussen hoop en wanhoop. Beckett zei ooit over Eindspel: “Er zijn geen toevalligheden in Eindspel. Alles berust op analogie en herhaling.”

Dwingend

EindspelZowel Wachten op Godot als Eindspel zijn klassiekers, die veelvuldig in Nederland zijn gespeeld. Bijvoorbeeld in het seizoen 1972/1973 door Ko van Dijk in de rol die nu wordt gespeeld door Hans Croiset. Dat gebeurde altijd en gebeurt nog altijd in de vertaling van Jacoba van Velde (1903-1985), want dat is voorgeschreven. Er is wel meer voorgeschreven in stukken van de strenge Beckett. Zijn talloze regie-aanwijzingen zijn dwingend. De merkwaardige tragikomedie Eindspel telt slechts vier personages: de blinde Hamm die niet kan lopen, zijn knecht Clov die niet kan zitten en verder Nell en Nagg, de ouders van Hamm die in vuilnisbakken bivakkeren en slechts af en toe tevoorschijn komen, zoals het harige monster Oscar in Sesamstraat. Het hele stuk duurt ongeveer één uur en twintig minuten, de eerste zin is “Het is afgelopen” en als het is afgelopen, is het publiek weinig wijzer geworden.

Toneelvorst

Eindspel

Hans Croiset als Hamm (foto Sanne Peper)

Hans Croiset speelt de blinde Hamm, René van ’t Hof speelt zijn knecht Clov en de twee vuilnisvatbewoners Nell en Nagg worden gespeeld door Elsje de Wijn en Cas Enklaar. Croiset, die vier dagen na de première 84 jaar wordt en terecht de eminence grise van het vaderlandse toneel is, draagt een inktzwarte bril die zijn zicht volledig belemmert. Hij zit met blote voeten in een ongemakkelijke stoel, die van tijd tot tijd – maar niet te vaak – door zijn bediende over het toneel wordt gerold. De meeste tijd zit Croiset midvoor, als de ongekroonde toneelvorst die hij is. Of eigenlijk als de gekroonde toneelvorst, want de recensies over deze opnieuw meesterlijke creaties zijn buitengewoon lovend. Bravo!

Stalen smoel

Eindspel

Hans Croiset en René van ’t Hof (foto Sanne Peper)

René van ’t Hof is ook weergaloos. Hij drentelt heen en weer, reddert in een wereld waarin niks meer te redden valt. Want die wereld is kaal, kapot en alles is uitgestorven. Nou ja, behalve die ene rat in de keuken. Van ’t Hof rommelt met een keukentrap, een verrekijker, een speelgoedhond, hij opent deuren en ramen, om die vervolgens weer dicht te doen (en daarna weer open). Dit alles doet hij met een stalen smoel en volstrekt naturel. Van ’t Hof volgde ooit de mime-opleiding, maar die heeft hij nooit afgemaakt. Dat hoefde hij ook niet, want hij is een geboren mimespeler. Er is een frappante overeenkomst tussen hem en Hans Croiset. Zij zijn de geboren mimespeler versus de geboren acteur. Hans Croiset heeft immers nooit een formele opleiding genoten en leerde het spelen van zijn vader Max Croiset, diens collega’s en uit de praktijk.

Herhalingen

Maar ja, wat moet je met Eindspel? Tja… Nogmaals Beckett: “Eindspel is puur spel, niets minder”. Maar kennelijk ook niets meer. Het is alsof je Hans van Manen hoort zeggen: “Dans is dans, niets meer”. Er zijn verwijzingen naar toneel, er zijn continu herhalingen waardoor er een soort cadans ontstaat. Hamm vraagt voortdurend of het al tijd is voor zijn pijnstillers. Als het eindelijk tijd is, blijken er geen pijnstillers meer te zijn. Clov zegt voortdurend: “Ik verlaat je”, maar hij gaat niet weg. Toch staat hij aan het einde van de voorstelling met een koffer in zijn hand. Zijn standaardantwoord op vrijwel alles is: “Zoals gebruikelijk”. Wanneer Cas Enklaar in de gedaante van Nagg voor het eerst zijn hoofd uit de vuilnisbak steekt, roept hij smekend om z’n pap: “Me pap! Me pap! Ik wil me pap!”

Poëtisch en prozaïsch

Eindspel

Cas Enklaar en Elsje de Wijn (foto Sanne Peper)

Er is ook zeker ruimte voor humor, maar dan wel de van Gummbah of Kamagurka. Bijvoorbeeld in het volgende dialoogje, waarin Clov zegt dat hij niet kan zitten. Hamm: “Ik kan niet staan. Zo heeft iedereen z’n specialiteit”. Eindspel is poëtisch en prozaïsch, grappig en inktzwart, hoopvol en wanhopig, met een zinnetje als “Niks is grappiger dan ongeluk”. Als Nagg zijn hoofd weer eens uit het vuilnisvat steekt, klaagt Hamm: “Houdt dit dan nooit op? Mijn koninkrijk voor een vuilnisman”. Na enige tijd vraagt Hamm: “Clov, vind je niet dat het lang genoeg heeft geduurd?” Als Clov vraagt of Hamm gelooft in een leven hierna, is zijn antwoord: “Het mijne is dat altijd geweest.” Nog een paar citaten: “Je bent op aarde, daar is geen remedie voor”, “Het einde zit in het begin en toch ga je door” en “Ik ben er nooit geweest. Alles heeft zich zonder mij afgespeeld”. En dit dialoogje: “Heb jij ooit een gelukkig moment gekend?” Het antwoord: “Niet dat ik weet”.

Loek Zonneveld (1948-2018)

Eindspel

Hans Croiset en René van ’t Hof (foto Sanne Peper)

En toch en toch en toch… je zit geboeid te kijken en te luisteren hoe steengoede acteurs je kaal en puur deelgenoot maken van de wonderlijke hersenspinsels van Samuel Beckett. Het lijkt nergens over te gaan. Of gaat het juist over alles? Regisseur Erik Whien, die tien jaar geleden Wachten op Godot regisseerde bij Toneelgroep Oostpool, schrijft in het programmaboek dat hij is aangetrokken door spelplezier, lichtheid en zwaarte in het werk van Beckett: “Het stuk blijft een enigma, de abstractie verdwijnt nooit helemaal. Maar de realiteit ook niet: het is wat het is. Spel, spel en nog eens spel.” De voorstelling is overigens opgedragen aan Loek Zonneveld, de meesterlijke toneelrecensent en docent die vorig jaar op 71-jarige leeftijd overleed. Een mooi gebaar.

Marathon Man

Eindspel

Dustin Hoffman in Marathon Man

Er is overigens iets in de voorstelling dat me verbaast. Hans Croiset speelt de blinde Hamm in volledige duisternis. Zijn zwarte bril, die strak aansluit op de huid rond zijn ogen, laat geen greintje licht toe. Na de voorstelling zei hij me dat dit bijkans een claustrofobische ervaring is. Wellicht draagt deze kwelling bij tot zijn overtuigende spel, maar ik moest denken aan wat Laurence Olivier in 1976 zei tegen Dustin Hoffman tijdens de opname van de film Marathon Man. Hoffman speelde iemand die continu aan het rennen was, niet kon slapen en uitgeput was. Om dit effect te bereiken bleef hij 72 uur wakker, waarna hij uitgeput op de set verscheen. Dit verbaasde Laurence Olivier, die volgens de overlevering tegen Hoffman zei: “My dear boy, why don’t you just try acting?”

Het Moderne Repertoire

Eindspel

Leen Jongewaard in Het Moderne Repertoire

Ik besluit mijn artikel met de link naar een act van Leen Jongewaard, die 55 jaar geleden in Cabaret Lurelei de grappige en vileine act Het Moderne Repertoire speelde. Guus Vleugel fileerde met zijn messcerpe pen absurdistische voorstellingen van Kees van Iersel en toneelstukken van Beckett en Adamov. Ik moet altijd zo lachen als Leen Jongewaard zingt: “Ik weet nog goed hoe ik een keer dat grote stuk van Beckett zag./ Dat stuk waarin Andrea Domburg kreunend in de modder lag./ En Henk van Ulsen zat de hele tijd te bijten op een schoen./ En kijk, dat leek me nou zo heerlijk om te doen”. Take it away, Leen Jongewaard:  https://www.youtube.com/watch?v=kRE-ebxOfrA

Eindspel, gezien 12 oktober 2019 in Theater Rotterdam. Een productie van Theater Rotterdam, tekst Samuel Beckett, vertaling Jacoba van Velde, spel Hans Croiset, René van ’t Hof, Cas Enklaar en Elsje de Wijn, regie Erik Whien, decor Marc Warning, kostuums Bernadette Corstens, scènefoto’s Sanne Peper. Tournee t/m 13 december 2019. Informatie en kaarten: www.theaterrotterdam.nl