‘Vaders & Zonen’ – samenstelling Gerardjan Rijnders (ook regie) en Thijs Prein (ook spel), gebaseerd op brieven met schrijvers, dramaturgisch advies Janine Verbogt, vormgeving Roelof Pothuis. Spel Bram van der Vlugt, Thijs Prein en Merijn de Jong. Publiciteitsbeeld Piek, scènefoto’s Ben van Duin. Een voorstelling van Kat op het Spek, geproduceerd door Hummelinck Stuurman Theaterbureau. Gezien 29 oktober in Leiden, tournee t/m 2 april 2017 (www.hummelinckstuurman.nl).

Waan en werkelijkheid, een beklemmend toekomstbeeld, flarden uit ‘Koning Lear’ en een magistrale Bram van der Vlugt. “Fascinerend”, zeg ik na afloop van de première ‘Vaders & Zonen’. “Bedoel je dat positief of negatief?,” vraagt de toeschouwer tegen wie ik dit zeg. Hij heeft de voorstelling ondergaan als een konijn in de spreekwoordelijke koplampen. Jazeker, dat bedoel ik positief! Maar ik begrijp de reactie van het ‘konijn’ wel, want ‘Vaders & Zonen’ is een raadselachtige voorstelling. En dan nog een vrije productie ook. Hulde, Arjen Stuurman van Hummelinck Stuurman Theaterbureau!

KONING BRAM

Maar vooral hulde, Bram van der Vlugt! De 82-jarige acteur speelt een man, die anno 2051 in het kalifaat Nederland op zijn tachtigste verjaardag wordt bezocht door zijn zonen, gespeeld door Thijs Prein en Merijn de Jong. De vader dwarrelt tussen waan en werkelijkheid. Hij strooit rijkelijk met citaten uit ‘Koning Lear’, met zichzelf in de titelrol. Hij vraagt meerdere malen: “wie van jullie houdt van mij het meest?”. Hij vraagt: “ben ik Lear? Zijn dit de handen van Lear?” en in wanhoop breekt hij uit in “huil, huil, huil!” Voor zijn verjaardag hebben zijn zonen ieder een cadeau: een van hen laat shoarma bezorgen, de ander wil zijn vader de hoofdrol laten spelen in ‘Ta’zieh’, een Arabisch passiespel en het enige toneelstuk dat in het kalifaat nog gespeeld mag worden. Toneelspelen is verder verboden. De hoofdrolspeler zal aan het einde van ‘Ta’zieh’ in het echt worden onthoofd.

In deze beklemmende wereld, waarin dreiging continu op de loer ligt, proberen twee jongens het verleden van hun vader te ontrafelen. Thijs Prein, de 29-jarige acteur en theatermaker die een van de zonen speelt, construeerde het stuk met regisseur Gerardjan Rijnders en vormgever Roelof Pothuis. Prein baseerde zich op correspondentie tijdens een maandenlange reis door Amerika met Arnon Grunberg, Tommy Wieringa, Arthur Japin, Thomas Verbogt, Spinvis, Nhung Dam en zijn vader Marius Prein. Het doel van zijn reis was om door middel van deze briefwisseling ‘zijn vader te vinden’. Flarden uit de brieven zijn terug te vinden in het fragmentarische stuk dat nu wordt gespeeld.

TONEELVADER RIJNDERS

Na afloop van de première zegt Prein dat vader-en-zoon-motieven in de literatuur hem altijd bij de strot grijpen: “Als je in de literatuur op zoek bent naar je vader, ben je op zoek naar jezelf.” Gerardjan Rijnders is min of meer zijn ‘toneelvader’. Hij regisseerde Prein in twee Tsjechov-producties bij Hummelinck Stuurman Theaterbureau. Rijnders is ook als regisseur verbonden aan Kat op het Spek, de theatergroep waarin Prein – volgens de website www.katophetspek.com – ‘theater, literatuur, cultuur en actualiteit wil verbinden aan de hand van verhalen. (…..) Schuif aan en laat je verleiden. We binden de kat op het spek, zorg dat je erbij bent.”

SPELPLEZIER EN VAKMANSCHAP

De voorstelling is vooral fascinerend, omdat maestro Bram van der Vlugt acteert met een bewonderenswaardige souplesse en vanzelfsprekendheid. Het is van ondergeschikt belang of je begrijpt wat hij zegt, wat hij uitkraamt. Het is spelplezier en vakmanschap ten top. Een man om verliefd op te worden. Het is bovendien bewonderenswaardig dat Van der Vlugt op hoge leeftijd een waagstuk aandurfde waarbij tijdens de voorbereidingen en het maken niet duidelijk was wat het zou worden. Hij had nooit eerder met Gerardjan Rijnders gewerkt, hij heeft nooit Koning Lear gespeeld, terwijl Rijnders deze klassieker van Shakespeare nooit heeft geregisseerd. Dat maken ze nu beiden via een omweg goed.

Voor liefhebbers van begrijpelijk toneel is ‘Vaders & Zonen’ wellicht een brug te ver. De stilte in de zaal spreekt soms boekdelen. Bram van der Vlugt zegt op een gegeven moment in het stuk: “Je hoeft niet alles te snappen.” En ook: “We komen op aarde omdat we op een raar toneel van gekken belanden”. Aan het slot van de voorstelling vraagt hij zich af wie hij is: “Is er iemand die mij kan zeggen wie ik ben? Uw applaus kan mij zeggen wie ik ben. Maar uw stilte des te meer.” Doodse stilte, donkerslag, doek. Daarna: nog altijd stilte, waarna het slotapplaus aarzelend op gang komt. Zou het afgelopen zijn? Kortom: fascinerend…